De oproep van de Tuinbouwcrisisorganisatie vandaag, 11 juni, voor een verlenging van het noodfonds vindt geen gehoor bij minister Schouten. Daarvoor hebben de markten zich te veel hersteld, is haar mening. Zij zei dit ook vandaag in een Kamerdebat.
Het sectorspecifieke noodfonds van €600 miljoen voor de sierteelt en delen van de voedingstuinbouw geldt voor omzetverliezen gedurende de periode van 12 maart tot en met 11 juni 2020.
Tot dusver is €156 miljoen aan steun aangevraagd. De aanvraagperiode is verlengd van 4 naar 18 juni, omdat aanpassingen aan het noodfonds ter goedkeuring ligt in Brussel. Aanpassingen waarmee het landbouwministerie (LNV) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) reeds hebben ingestemd.
Aanpassing met groei-krimpscenario
De inschatting is dat nog deze week groen licht komt voor de aanpassingen die onder meer rekening houden met de groei van bedrijven in de periode 2017-2019 of met (rendabelere) teeltwisselingen in dezelfde periode. Dat geeft een eerlijker beeld met de omzetverliezen door de coronacrisis. De omzet van maart-juni 2020 moet immers vergeleken worden met de gemiddelde omzet van maart-juni over de jaren 2017-2019.
Zover bekend komen 26 bedrijven door deze zogenoemde groei-krimpscenario alsnog in aanmerking voor steun. Dit zijn wellicht meerdere bedrijven die de aanpassingen hebben afgewacht, alvorens een aanvraag in te dienen.
Maximaal €1 miljoen steun per bedrijf
Schouten wil de hoogte van steunplafonds in de tuinbouwregeling niet aanpassen. Ze vindt het maximale steunbedrag van 1 miljoen euro een groot bedrag zonder tegenprestatie. Grote bedrijven ontvangen relatief lagere steunbedragen dan kleinere bedrijven, maar Schouten denkt dat grotere bedrijven beter in staat zijn risico’s op te vangen en te spreiden.
