Technasium-scholieren uit Zeewolde hebben een grondboor tegen de reuzenbereklauw ontwikkeld. En met succes: Landschapsbeheer Flevoland vindt de boor zo goed, dat ze hem in productie wil nemen.
Aan de grondboor hebben de leerlingen mesjes toegevoegd die de wortel verpulveren als de cilinder in de grond wordt gedraaid. Lodewijk van Kemenade van Landschapsbeheer Flevoland legt uit dat op een proefstuk de boor is uitgeprobeerd. Zo’n honderd gaten zijn geboord, en slechts in 25% van de gevallen kwam er toch weer een berenklauw naar boven. „We verwachten dat als we de boorgaten nasteken met een schoffel en de wortelresten weghalen, in 80 tot 90% van de gaten geen berenklauw meer terugkomt.’’
Zaadbank tot rust gekomen
Overigens benadrukt Van Kemenade dat deze arbeidsintensieve methode alleen succesvol zal zijn op stukken waar de reuzenbereklauw-plaag al enigszins tot rust is gekomen. „Terreinen waar al enige jaren bestrijding plaatsvindt door te maaien en de zaadbank is uitgeput. Alleen dan is het doorsteken van de wortels van nieuwe zaailingen effectief.’’ De grondboor inzetten tegen ongeschonden haarden van berenklauw is vechten tegen de bierkaai. „Daar zit enorm veel zaad in de bodem. De berenklauwen zijn daar elkaars concurrenten. Als je de wortel van de grote doorsteekt zullen de kleintjes daarvan profiteren.’’
Gemotiveerde vrijwilligers
Landschapsbeheer Flevoland bestrijdt de invasieve exoot op verschillende stukken door twee keer in het voorjaar te maaien en de planten die desondanks in de zomer toch in bloei schieten weg te halen. Ze maakt daarbij gebruik van vrijwilligers. „Gemotiveerde vrijwilligers zijn heel belangrijk, met name om in bossen waar het aantal berenklauwen enorm is afgenomen toch ook die laatste exemplaren op te sporen’’, aldus Van Kemenade. Met de grondboor heeft zijn organisatie een nieuw wapen in de strijd, Landschapsbeheer Flevoland wil het gereedschap dan ook in productie laten nemen.
