„Die heerlijke boslucht, die iedereen zo lekker vindt, dat zijn eigenlijk gewoon ruftende bacteriën.” Gastspreker Ruud Snijders van organische meststoffenleverancier Innogreen zegt het klip en klaar.
Hij heeft zelfs een stukje bosbodem meegenomen om onze klas nog eens die heerlijk verfrissende lucht op te laten snuiven. „Dat is toch geweldig, dat ik het bos gewoon mee kan nemen? Ondanks dat ze in een emmertje zitten, gaan die miljoenen bacteriën gewoon door met het omzetten van het organisch materiaal.’’
Daarvoor hebben ze natuurlijk wel het dikke bladerdek nodig dat in de bossen gewoon blijft liggen, maar dat in de meeste tuinen (grotendeels) wordt afgevoerd. Door de hovenier. En dus zijn we als aankomende hoveniers al een paar weken bezig met het onderdeel Bemestingsleer om te leren hoe we die voedseltekorten in de bodem weer kunnen aanvullen. Samen met het onderdeel Bodemkunde dat al eerder dit jaar is getoetst, telt het zwaar mee voor het uiteindelijke eindcijfer.
Buitengewoon terecht, ik kan tot geen andere conclusie komen. Want of een tuin een groen succes wordt, hangt voor het overgrote deel af van de conditie van de bodem. Daar hamert docent Jan eigenlijk al het hele jaar op. Het begint natuurlijk met de structuur, maar of er wel genoeg voedingstoffen in de bodem zitten en of die ook beschikbaar zijn voor de plant – of beschikbaar kunnen komen door een actief bodemleven – is minstens zo belangrijk.
Wat we als aankomend hoveniers hebben geleerd is dat je in de tuin voortdurend de vinger aan de voedingsstoffenpols moet houden. Want hoe je het ook wendt of keert, er is in de tuin geen sprake van échte natuur. Je kunt niet denken: ’het lost zichzelf wel op, die plant redt zich wel’. Of zoals Snijders het illustreert: „Vraag jezelf eens af hoeveel voedingsstoffen een haag van Leylandii’s op jaarbasis verbruikt.’’ Zo’n dicht op elkaar geplante coniferenhaag kom je in het bos niet tegen. Ook zul je er geen heerlijke lucht opsnuiven van bezige bacteriën, want het snoeiafval wordt natuurlijk afgevoerd. „En dan nog zijn er hoveniers die zo’n haag jaar na jaar niet bemesten en het gek vinden dat hij ongezond en bruin wordt.’’