Om de essentaksterfte in Nederland in kaart te brengen lanceerde het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) in juni de website Essentaksterfte.nu. Tot nu toe zijn er ruim 600 waarnemingen doorgegeven. Uit deze meldingen zijn 147 bomen geselecteerd die zullen worden vermeerderd en getest op resistentie tegen de schimmel. Dat meldt het CGN op de website Naturetoday.com.
Op de website Essentaksterfte.nu kunnen respondenten bomen aanmelden in vier categorieën: Alleen maar gezonde essen; Enkele gezonde essen in een gebied met zieke essen, Eén gezonde es in een gebied met zieke essen; Alleen maar zieke en dode essen.
Vooral de bomen uit de categorie e categorie ’Eén gezonde es in een gebied met zieke essen’ of ’Enkele gezonde essen in een gebied met zieke essen’ zijn interessant voor de wetenschappers. Dit zijn immers de bomen die kennelijk een zekere mate van weerstand hebben tegen de ziekte. Deze potentieel resistente bomen worden veiliggesteld. Dat betekent labelen voor verdere monitoring en vegetatief vermeerderen.
In totaal hebben medewerkers van CGN in 2017 zo’n 45 locaties bezocht waarvan enkele grote gebieden met vele hectares aan essenbos. Deze bezoeken hebben in 2017 in totaal 147 ’gezonde’ bomen opgeleverd, die zijn gelabeld en beschreven en waarvan 74 al vermeerderd zijn. De overige 73 bomen komen in aanmerking om volgend jaar in de zomer vermeerderd te worden mits deze ook dan vrij zijn van de essentaksterfte. In 2018 worden de eerste essen getoetst op hun gevoeligheid voor essentaksterfte via kunstmatige infectie.
Verdeling over het land
In de noordelijke provincies wordt procentueel gezien het vaakst essentaksterfte waargenomen. In Drenthe, Friesland en Groningen is in meer dan 70 procent van de waarnemingen minimaal één zieke of dode boom aangetroffen. Groningen scoort het hoogst in de categorie ’Alleen maar zieke en dode essen’. Het betrof 38% van de waarnemingen. Limburg staat met 29% op de tweede plaats gevolgd door Friesland met 28%.
Respondenten uit de groensector
Het herkennen van essentaksterfte kan lastig zijn waardoor er volgens CGN ongetwijfeld nog verkeerde waarnemingen tussen zitten. Bij het doorgeven vraagt CGN wel of de waarnemer werkzaam is of betrokken is bij de groensector. Een derde van de waarnemingen is doorgegeven door iemand die verbonden is de groensector.
De mensen van de groensector geven in 33% van de gevallen aan dat het allemaal gezonde essen zijn terwijl respondenten van buiten de groensector in 45% van de gevallen aangeven dat alle bomen gezond zijn. Veelal gaat het hier om ’gezonde’ essen in tuinen en wegbeplantingen. In essenbossen komt de categorie ’Alleen maar gezonde essen’ nauwelijks voor. Dat blijkt ook uit de resultaten van grote terreineigenaren. Sommige bosbeheerders hebben in één enkele melding via Essentaksterfte.nu vele hectares met zware tot zeer zware aantasting doorgegeven.
Oproep aan gemeenten en terreineigenaren
Veel provincies, gemeenten en terreineigenaren zijn bezig om de mate van aantasting in beeld te (laten) brengen. De provincie Gelderland heeft de essentaksterfte-inventarisatie al beschikbaar gesteld aan CGN. De organisatie roept ook andere terreineigenaren op om hun inventarisatiegegevens beschikbaar te stellen om een zo compleet mogelijk landelijk beeld te kunnen schetsen. Wilt u meewerken, vult u dan hier een korte vragenlijst in.
Herkenning
Ook komend groeiseizoen kunt u waarnemingen van essentaksterfte of juist het ontbreken daarvan doorgeven via Essentaksterfte.nu. Om het makkelijker te maken om zowel de es als de essentaksterfte te herkennen heeft CGN een korte film gemaakt. Onderzoeker Paul Copini van het CGN laat daarin de zeer goed te herkennen kenmerken van gezonde en aangetaste bomen zien.