Als ik een tuinontwerp maak, sluit ik een bestand bij met foto’s van de gekozen planten in bloei. Daarbij leg ik uit dat het plan wat ’rooskleuriger’ is dan de werkelijkheid, omdat de bloeiperiode nu eenmaal maar een klein gedeelte van het jaar bestrijkt. Een goed beplantingsplan bestaat tenslotte uit meer elementen dan de kleur van de bloem.
Een van mijn opdrachten was een beplantingsplan voor een achtertuin. Deze opdrachtgever wilde graag veel kleur en bloei. Ondanks mijn extra uitleg ging het hier toch mis. Zij was akkoord met de keuzes, maar in de praktijk, enkele maanden later, bleek het een enorme teleurstelling.
Het was haar veel te rommelig, ze hield niet van herhaling, ’het zag er niet uit’ aldus mevrouw. Groenblijvend, bodembedekkend, bladvorm deed er allemaal niet toe. Bloeien moest het! En bij het tuincentrum zag het er allemaal wél heel goed uit. Daar had zij planten gekocht om haar voortuin wat mee op te fleuren. En, terwijl zij een slak uit haar plant plukte en over de schutting bij de buren in de tuin gooide, werd het mij duidelijk. Ik moest aan de slag. Het moest worden zo als haar voortuin.
Een deel van de beplanting moest eruit en worden vervangen. Niet de normale hoeveelheid p9-planten per m2, maar hooguit drie stuks en meer ruimte tussen de planten. Mooie zwarte aarde en goed schoffelen was haar idee.
Bij het afsluiten van dit werk binnen de garantie beloofde zij mij het resultaat te laten zien van haar altijd bloeiende tuin. Zij zou mij nog wel een foto sturen van hoe een tuin er nou eigenlijk uit moest zien.
Een klein trapje na in mijn ontwerpershart. Dat kan ik niet ontkennen.
Foto: Shutterstock