Ook na de crisis zal het grondbeleid van gemeenten minder inkomsten opleveren. Er zal daarom minder in de openbare ruimte worden geïnvesteerd. Dat schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in het rapport Kwaliteit zonder groei.
Jarenlang hebben gemeenten verdiend aan stads- en dorpsuitbreidingen, door de waardestijgingen van grond en vastgoed. De winst werd onder meer gebruikt voor investeringen in de openbare ruimte zoals extra fietspaden, rozenperkjes en het openhouden van het zwembad. Die tijd keert niet terug, aldus de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).
Volgens de raad moeten daarom veel scherpere keuzen worden gemaakt: welke voorzieningen vinden gebruikers nodig en wat willen zij ervoor betalen? Het beantwoorden van deze vraag ligt primair bij de gemeenten. De gemeenteraad moet beter in staat worden gesteld om eigen keuzen te maken.
Belastinginkomsten
Gemeenten die meer in de openbare ruimte willen investeren moeten de keuzevrijheid hebben om dat te doen door herschikking van taken of door de belastinginkomsten te verhogen. Daarom vindt de raad dat het Rijk de mogelijkheid voor gemeentelijke belastingheffing moet verruimen.
Verder bepleit de raad om private investeerders, zoals particulieren, bedrijven, woningbouwcorporaties of wijkverenigingen, meer vrijheid te geven om hun directe leefomgeving zo in te richten zoals ze dat zelf graag wensen. Gemeenten moeten daarin meer dan nu het geval is een ondersteunende rol vervullen.