Waterschap De Dommel heeft een onttrekkingsverbod van grondwater voor grasland ingevoerd voor het gebied ten zuiden van Eindhoven tot de Belgische grens. Agrarische ondernemers en grondeigenaren mogen hun grasland van 1 april tot 1 juni niet beregenen met grondwater.
De grondwaterstand is in het stroomgebied van de Dommel afhankelijk van de hoeveelheid regen. Na de droogte in 2018 is er te weinig regen gevallen om op de hoge zandgronden de grondwaterstand voldoende aan te vullen. Extra waterinlaat uit grote rivieren zoals bij andere waterschappen is hier nauwelijks mogelijk.
Om verdere afname van de voorraad grondwater te voorkomen wordt in de Voorjaarsregeling besloten of en waar het onttrekken van grondwater mogelijk is. Deze regeling geldt alleen voor graslanden, sportvelden en golfterreinen en niet voor akkerbouw.
Grondwaterstand
Van belang zijn de grondwaterstand op peildatum 1 april, het stroomgebied en de mate van bescherming. De natuurlijke voorraad grondwater wordt normaal gesproken in de wintermaanden door neerslag weer aangevuld. De extreem droge zomer in combinatie met onvoldoende neerslag heeft ervoor gezorgd dat het grondwaterpeil zich dit jaar niet overal heeft kunnen herstellen.
Waarnemend watergraaf Lex Huijbers: „Tot enkele jaren terug gold voor het hele stroomgebied een onttrekkingsverbod. Sinds enkele jaren was beregenen wel mogelijk als het grondwater hoog genoeg stond. Helaas hebben we voor de hoge zandgronden dit jaar wel een onttrekkingsverbod in moeten voeren.”
Voorjaar droger dan vorig jaar
Opvallend is dat dit voorjaar droger begint dan april vorig jaar. Bij De Dommel staan op de meeste plekken de stuwen nog steeds hoog om het water zo lang mogelijk in het gebied vast te houden. Huijbers: „We waarderen elke actie en investering die in de sector gedaan wordt om structureel water vast te houden in de haarvaten!”
KNMI monitort droogte
Het KNMI hanteert van 1 april tot en met 30 september het neerslagtekort om droogte te monitoren. Of er sprake is van droogte en hoe erg kan van plaatst tot plaats sterk verschillen. Dit heeft te maken met de begroeiing. Zijn er veel planten en bomen of is er juist sprake van kale grond of verhard terrein? Maar ook de aanvoer van water door rivieren of de afvoer door bemaling is belangrijk. Vooral in laag gelegen polders kan water worden aangevoerd, op hoger gelegen zandgronden met een lage grondwaterstand kan dat vaak niet.
Omdat er in de winter nauwelijks water verdampt uit planten en er bovendien meestal veel regen valt, wordt het neerslagtekort van 1 april tot en met 30 september berekend. In het voorjaar beginnen de planten te groeien en neemt de verdamping snel toe. Op 1 april wordt begonnen met een neerslagtekort van 0 millimeter. De grafiek toont het actuele neerslagtekort, gemiddeld over het land, inclusief de verwachting voor de komende 15 dagen.