Sinds een maand ben ik de trotse bezitter van een zinken emmer en gieter, snoeischaar, schepje, handzaag, stoffer en blik, onkruidsteker en pantoffels. En nu denkt u, hoe kun je daar trots op zijn en wat is er wetenswaardig aan. Wel, deze tuinspullen zijn mijn dierbare legaten van mevrouw Edam.
Ik leerde mevrouw Edam kennen in 2003. Ik zocht op dat moment een studententuinierklus, en via via kwam ik bij haar terecht. Het klikte snel. Een deftige oudere dame die een paar jeugdige handjes goed kon gebruiken. Ze was net alleen komen te staan en had zo goed als nooit zelf in de tuin gewerkt. Dat was altijd het terrein geweest van haar man.
Samen met haar dochter Marianne hebben we de tuin omgevormd naar één die zijn oorspronkelijke opzet en sfeer behield, maar makkelijker te onderhouden was. Toen ze verhuisde naar een kleinere woning hebben we de hele tuin getransplanteerd. Stekjes van alle haar favoriete planten hebben we opgekweekt en ingepast in haar nieuwe tuintje. Tuinieren moest minutieus gebeuren met aandacht voor al wat leeft. Dit ging volgens vast stramien.
Bij aankomst bespraken we wat gebeuren moest, waarna ik aan de slag ging. Tussendoor kreeg ik een kopje thee, die ergens in de tuin op een steen met een chocolaatje werd klaar gezet. Later volgde een pauzemoment. Schoot ik de pantoffels aan die klaar stonden en dronken we koffie. Steevast volgde een geanimeerd gesprek, waarin de actualiteit, onze levens en toekomstdromen aan bod kwamen.
Ik koester de vele momenten die ik met mevrouw Edam heb gedeeld in de tuin. Dank u wel mevrouw Edam, met veel genoegen denk ik aan u terug, telkens als ik nu, met uw spullen mijn tuin in duik.