Terwijl de landelijke en regionale hittegolf officieel voorbij is, wordt in veel gemeenten nagedacht over oplossingen om hittestress het hoofd te bieden. Onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam deden veldwerk en reiken in hun rapport ‘De hittebestendige stad’ oplossingen aan.
De onderzoekers hebben twee duidelijke doelen vastgesteld. Het eerste doel is om tijdens hete periodes de gemiddelde luchttemperatuur in de stad zo laag mogelijk te houden. Dit kan het beste door meer verdamping te creëren. Zo leidt 10% meer groen tot een verlaging van de luchttemperatuur met grofweg 0,5°C . Dat lijkt niet veel op een hete dag (het verschil tussen 34,5 en 35°C), maar gemiddeld is het overdag en ’s nachts toch iets koeler.
Het tweede doel is om overdag de hitte te beperken en de stad leefbaar te houden door voldoende koele plekken te creëren. Daarvoor gebruiken de onderzoekers de gevoelstemperatuur PET (Physiological Equivalent Temperature) als indicator. In de schaduw is de gevoelstemperatuur 10-15°C lager dan in de zon. Schaduw
creëren is dan ook de meest effectieve manier om de gevoelstemperatuur omlaag te brengen.
Ontwerprichtlijnen
Deze doelen hebben de onderzoekers samengevoegd in drie ontwerprichtlijnen die gemeenten bij het (her)inrichten van de openbare ruimte kunnen hanteren:
1. Afstand tot koelte: Iedere woning moet zich in de buurt van een aangename en
aantrekkelijke koele verblijfsplek bevinden (voorstel: binnen 300 m).
2. Percentage schaduw op belangrijke looproutes en in buurten: Er is op het heetst van de dag voldoende schaduw op belangrijke looproutes (voorstel minimaal 40%), zodat essentiële functies in de stad voor iedereen bereikbaar blijven. Ook is er op het heetst van de dag op loopgebieden in buurten voldoende schaduw (voorstel minimaal 30%), zodat de buurten aantrekkelijk blijven.
3. Percentage groen per buurt: Er moet zoveel groen zijn dat er verdamping kan optreden en de gemiddelde luchttemperatuur wordt beperkt (voorstel afhankelijk per wijktype).
Geen harde normen
Voor deze richtlijnen hebben de onderzoekers duidelijke grenzen voorgesteld. „We kiezen bewust niet voor visies als doelstelling (bijvoorbeeld ‘meer groen is beter’) of voor harde normen ten aanzien van temperaturen, omdat die of te vaag zijn, of niet controleerbaar of niet haalbaar. De professionals die bij een gemeente werken, kunnen deze concrete richtlijnen gebruiken bij het beoordelen van ontwerpen. De richtlijnen geven daarbij voldoende vrijheid aan de ontwerpers om zelf te bedenken hoe iets moet worden ingericht.”
Aan het onderzoek is door diverse gemeenten meegewerkt: Amsterdam, Arnhem, Apeldoorn, Beverwijk, Breda, Eindhoven, Groningen, Haarlem, Rheden, Leeuwarden en Tilburg. Daarnaast zijn er twee gemeentelijke samenwerkingsverbanden aangesloten (RIVUS en BUCH).
Download hier het hele rapport De hittebestendige stad.