De landelijke achtergrondwaarde voor PFAS in land- en waterbodem wordt per direct vastgesteld op 0,8 microgram per kilo grond. Voor de stof PFOS wordt de norm 0,9 microgram in de landbodem en 3,7 in de waterbodem. Dat heeft minister Van Veldhoven vrijdag bekendgemaakt.
De minister neemt het besluit na advies door het RIVM (landbodem) en Deltares (waterbodem). Volgens Van Veldhoven komt er zo meer ruimte voor bouwers en baggeraars, binnen de veiligheidsnormen voor gezondheid en milieu.
Zeer complex
Van Veldhoven heeft met opdrachtgevers, gemeenten, provincies en waterschappen afgesproken de ruimere mogelijkheden zo snel mogelijk en maximaal te benutten. Van Veldhoven: „Elke dag telt. Ik heb zelf gezien hoeveel problemen grond- en baggerbedrijven kunnen hebben door PFAS. Niet alles is hiermee opgelost, maar dit is een grote stap. Het is nu vooral ook zaak dat de geboden ruimte benut wordt. De PFAS-problematiek is zeer complex. Er kon en kan al heel veel wel, maar het is in de praktijk soms ingewikkeld de mogelijkheden die er zijn te benutten. Daar blijven we met man en macht aan werken.”
Vangnet
Het kabinet wil daarnaast een vangnet voor gezonde bedrijven die door PFAS tijdelijk mensen en machines niet aan het werk hebben. De overheid kan nu al voor een deel garant staan voor bedrijven die een lening willen afsluiten, via de Borgstelling MKB-kredieten. Het kabinet wil het deel waarvoor de overheid garant kan staan verhogen. Dit gaat zo snel mogelijk in en betekent concreet dat midden- en kleinbedrijven uit bijvoorbeeld het grondverzet en de baggersector, die geraakt zijn door de PFAS-problematiek, makkelijker aan krediet kunnen komen.
Eerste stap
Brancheorganisatie Cumela noemt de nieuwe norm een „eerste stap om uit de problemen te komen. Door het uitblijven van een oplossing voor het grootschalig grondverzet blijft er nog steeds werk stilliggen en loopt de schade op.”
Cumela stelt ook dat op korte termijn vervolgstappen nodig zijn om het grondverzet over de volle breedte weer los te trekken. „Het is treurig dat we zo lang hebben moeten wachten op deze actie van het ministerie. Dit besluit had al in augustus genomen moeten worden toen het effect van het tijdelijk handelingskader duidelijk werd,” aldus Cumela-directeur Janneke Wijnia.
„De vandaag aangekondigde verruiming van de norm toont aan dat het ministerie gewoon onzorgvuldig is geweest bij het opstellen van het tijdelijk handelingskader. Als gevolg daarvan lijden onze bedrijven grote schade en dat is hiermee nog niet voorbij, omdat nog lang niet al het grondverzet vrij komt. Wij gaan dus verder met de voorbereiding van een schadeclaim.”