De monitoring van eikenprocessievlinders wordt flink uitgebreid om meer inzicht te krijgen in de verspreiding van de eikenprocessierups (epr). Volgens Henry Kuppen van het Platform Eikenprocessierups maakt de landelijke overheid middelen beschikbaar om ’blinde vlekken’ in te vullen.
Veel lokale overheden monitoren de verspreiding van epr met feromoonvallen. Mannetjesvlinders komen af op de feromonen en komen in de val terecht. Door de vlinders in de verschillende vallen te tellen, krijgt de gemeente inzicht in hoe de plaagdruk verspreid is. Op basis daarvan kunnen passende maatregelen genomen worden.
Verschillen in overlast
Goede monitoring en een adequaat beleid kan de overlast van de epr sterk inperken. Dat monitoren gebeurt echter lang niet overal. Dat blijkt ook uit de grote verschillen in overlast tussen verschillende, soms aan elkaar grenzende, gemeenten.
Met een beter dekking van de monitoring moet Nederland volgend jaar beter op het epr-seizoen voorbereid zijn. In het verleden is al gebleken dat de monitoring met feromoonvallen een uiterst belangrijke stap is in de strijd tegen de rups. Vorig jaar bijvoorbeeld was de huidige plaag al voorspeld door waarnemingen van het Kenniscentrum Eikenprocessierups.