„In Frankrijk zijn ze niet te missen: les villes et villages fleuris, bloemensteden en bloemendorpen. Bij het binnenrijden van een gemeente staat er vaak een bordje met een, twee, drie en een enkele keer vier blommekes erop, een aanduiding van de kwaliteit van het bloemenleven in de betreffende gemeenschap. Charmante toestanden.
Er is ook een harde economische reden om ons eens in de bloemetjes te verdiepen. Bloemen verschaffen werk aan laaggeschoolden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bloemen zijn arbeidsintensief. Ze moeten geplant, water krijgen, er moeten dode bloemetjes geknipt, onkruid dient verwijderd te worden, meststoffen tijdig toegediend. En ze moeten worden vervangen, waarna het hele circus opnieuw begint. Dit is precies de reden waarom bloemen nagenoeg verdwenen zijn uit de openbare ruimte in Nederland. Gemeenten, die opdraaien voor de kosten, hebben de afgelopen pakweg twintig jaar sterk gestuurd op dalende onderhoudskosten per vierkante meter. Gras erin en maaien maar, dat is het parool.
Er zijn esthetische redenen om te vinden dat een terugkeer van het rozenperk een goed idee zou zijn. En redenen die te maken hebben met het welbevinden van burger en bezoeker – volgens de Fransen gaat het bij les villes et villages fleuris om niet meer of minder dan de kwaliteit van leven. Maar ik zie dus ook nog een goede economische reden voor intensivering van de bloemenhouderij: de hiervoor benodigde arbeid.
Groenvoorzieningen zijn bij uitstek een werkveld voor mensen zonder of met een lage opleiding, en ook voor mensen met een arbeidshandicap. Sociale werkplaatsen zijn er groot in, en menig hoveniersbedrijf is erin gespecialiseerd om met arbeidsgehandicapten te werken. Een impuls voor de bloemen is dus óók een impuls voor de vraag naar arbeid van deze groepen. En de onvrijwillige werkloosheid en inactiviteit in deze groep zijn uitzonderlijk hoog. Maar dat kost toch belastinggeld? Ja, dat kost belastinggeld. En mijn stelling is dus dat de baten ruimschoots opwegen tegen de kosten: werk voor groepen die dat goed kunnen gebruiken en een mooiere publieke ruimte.” (Bron: De Volkskrant, 1-8-2015)
Frank Kalshoven
Directeur De Argumentenfabriek
frank@argumentenfabriek.nl