Laatbloeier (Actaea racemosa)

Ik ben geboren in een dorp en heb drie zussen. Mijn vader was vogelspotter en mijn moeder hield van bloemen, planten en tuinieren.

Die vogels boeiden mij vroeger niet zo, en die bloemen toen ook nog niet. We vonden het wel leuk wanneer er een vogeltje nestelde in onze brievenbus. Zo’n brievenbus ingemetseld naast de voordeur met een deurtje binnen in huis. En dan héél soms, wanneer vader en moeder mees er even niet waren, mochten we kijken naar de vogeltjes die nog geen veertjes hadden en nog dichte oogjes en open bekjes… Dat maakte wel indruk.

Met mijn vader ging ik vaak vroeg op pad, het liefst 5 uur ’s ochtends, om vogels te spotten, te schaatsen óf om de oud papierbus te legen voor het leger des Heils.

Allemaal leuke dingen om te doen als je klein bent. Samen met je vader op stap.

Ik speelde graag buiten en ik voelde mij het lekkerst als ik vies was; zwarte nagelriemen, haren door de war, vieze knieën en het liefst ook hier en daar een schram of blauwe plek. Dat was het ultieme geluk..

Naarmate ik ouder werd en mijn vader namen riep: ‘kijk een grutto! of mijn moeder mij attent maakte op vergeet–me–nietjes ergerde ik mij zelfs. Mijn interesses lagen in de puberteit natuurlijk heel ergens anders.

Zou die ergernis de reden zijn dat het zo lang heeft geduurd voordat ik wist dat ik hovenier en tuinontwerpster wilde worden? Ik was 47 jaar toen ik met de opleiding begon. En nu heb ik haast om de ‘gemiste’ jaren in te halen. Dat vind ik soms jammer, want het werken in de tuinen vraagt om geduld en rust. Maar goed, ik ben nu eenmaal een laatbloeier, net als de Actaea racemosa. Laat de wortel van deze plant nou een stof bevatten die bepaalde klachten van de menopauze verlicht…

Zeggen ze.