„Het is weer de tijd dat de berenklauw met zijn witte bloemenschermen uitgroeit tot een soms metershoog onkruid. Omdat er ook een inheemse gewone berenklauw bestaat (Heracleum sphondylium), wordt hij afwisselend reuzenberenklauw of grote berenklauw genoemd. De reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) is in Nederland een exoot.
Oorspronkelijk komt de reuzenberenklauw uit Azië, maar hij is ergens in de 19e eeuw als tuinplant in Noordwest-Europa geïntroduceerd. Tijden veranderen en de berenklauw wordt tegenwoordig nergens meer aangeplant, omdat hij niet meer past in de huidige kijk op het inrichten van onze tuin. Zijn verspreiding is afhankelijk geworden van te weinig gemaaide bermen.
De berenklauw is erg kiemkrachtig, heeft daardoor heel veel zaadjes en zaait zichzelf dus razendsnel uit. Op zich is dat geen probleem, maar aan de berenklauw kleven nogal wat nadelen. Het sap van de plant bevat namelijk een stof, psoraleen, die de menselijke huid erg gevoelig maakt voor zonlicht. Daardoor ontstaat er bij contact met die stof op brandwonden lijkend letsel op de huid. Het is dus een heel goed idee om het contact met de plant te vermijden en hem onmiddellijk uit je tuin te verwijderen als je hem daar aantreft.
We zien de reuzenberenklauw tegenwoordig voornamelijk langs snelwegen en op af- en opritten van bruggen en viaducten. Je zou verwachten dat Rijkswaterstaat, die belast is met het onderhoud van snelwegen en de daarbij behorende bermen, aan zijn ambtenaren opdracht geeft om die gevaarlijke, niet-inheemse berenklauw al in het voorjaar met wortel en tak uit de bermen te verwijderen. Maar nee, dat is niet het geval. Geen prioriteit en geen tijd. Dat is erg jammer omdat hiermee een vervelend onkruid ongestoord de kans krijgt om zijn vaste plaats in het Nederlandse landschap te verwerven.
Als vlijtige brugwachters en sluismeesters twee jaar lang consequent de opschietende berenklauwen uit hun bermen zouden verwijderen, zou de bevolking veel minder kans lopen op onnodige en bijzonder pijnlijke brandwonden. Dat gebeurt niet, omdat door bezuinigingen en automatisering er te weinig bruggenwachters en sluiswachters zijn.”
Fred de Vries
Schrijver ’Gevaarlijke planten’