Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat een aantal Europese steden effectief beleid hebben ontwikkeld voor de aanleg van parken, groenstroken en stadslandbouw in de stad om klimaateffecten te verminderen. Dit beleid wordt echter vaak ‘ad-hoc’ en geïsoleerd geïmplementeerd.
Klimaatverandering zal naar verwachting de komende decennia in Nederlandse steden meer perioden van hitte en droogte veroorzaken. Ook zullen intensievere regenbuien optreden die wateroverlast met zich meebrengen.
Het onderzoek van het RIVM geeft een overzicht van wat steden zelf rapporteren als lokale en gemeenschappelijke succesfactoren voor groene ruimte en stadslandbouw. Op basis daarvan schetst het RIVM hoe de Nederlandse overheid, lokale overheden, burgers en marktpartijen effectief kunnen werken aan (meer) groen in de stad.
Samenwerking
Een goede samenwerking tussen lokale overheid, burgers, en soms ook private partijen, die wordt bekrachtigd door bindende afspraken, blijkt een andere succesfactor bij de aanleg van groen in steden.
Vaak waren er triggers om veranderingen door te voeren, zoals de hereniging in Berlijn, de Olympische Spelen in Londen en de voorspelde toekomstige wateroverlast in Malmö.
Overheden kunnen groenbeleid stimuleren door betrokken partijen kennis, informatie en ervaringen uit te laten wisselen.