De jury van de Duurzaamste Hovenier heeft dinsdag 7 januari de drie genomineerde bedrijven bezocht. Hooft Hoveniers, S-kwadraat en Herman Vaessen zijn drie totaal verschillende bedrijven, maar hebben één ding gemeen: voor alle drie is duurzaamheid iets vanzelfsprekends.
De jury is samengesteld door Ruud Snijders van Innogreen, samen met vakblad Tuin en Landschap organisator van de wedstrijd. De juryleden vlnr: Miranda Vrolijk (Tuin en Landschap), Ruud Snijders (Innogreen), Lieuwe Westra (Tuinkeur), Ralph Mens (Tuin en Landschap), Sjaak Willemstein (Willemstein Hoveniers, voormalig winnaar van de titel) en Matthijs van Dalen (NL Greenlabel).
Als eerste bezochten zij het bedrijf Hooft Hoveniers van Jan Pieter Hooft in het Groningse Glimmen:
’De bodem is de basis’
Hooft heeft vier man in dienst en werkt voornamelijk voor particulieren. ’De bodem is de basis’, is zijn motto. Hij werkt met wat hij aantreft en waar nodig verbetert hij de bodem met biologische bemesting of Bokashi die hij bij collega Rozenveld Hoveniers in Gieten haalt, de Duurzaamste Hovenier van 2018. Hooft heeft nog nooit een gifspuit aangeraakt en past planten toe die goed zijn voor de biodiversiteit én de klimaatbestendigheid van tuinen.
De hovenier werkt al vanaf de oprichting van zijn bedrijf op deze duurzame manier. Toen de concepten De Levende Tuin van de VHG en het Tuinlabel van NL Greenlabel op de markt verschenen, heeft hij die echter met beide handen aangegrepen. Ook brengt hij die onder de aandacht van de vier tuinontwerpers met wie hij regelmatig samenwerkt.
Daarna ging de reis verder naar Arnhem waar het bedrijf S-kwadraat snoei-advies van Tinka Chabot is gevestigd:
’Snoei alleen in de zomer’
Chabot is een éénpitter en duurzaam in hart en nieren. Ze legt voornamelijk particuliere tuinen aan en doet dat hoofdzakelijk met wat ze in de tuin aantreft. Zonder vooropgezet plan wordt alles in de tuin hergebruikt. Dit levert organisch gevormde tuinen op met weelderig begroeide stapelmuren. Waarvan haar eigen tuin hét voorbeeld is.
Voor materialen die ze nieuw moet aanschaffen, speurt ze eindeloos het internet af voor de meest duurzame oplossing. Zo gebruikt ze alleen afbreekbaar bindbuis van Amevo en voor de boomverankering vurenhouten paaltjes. Snoeien is een specialisatie van haar, waarbij ze niet bang is om tegen de gevestigde regels in te gaan: ’Snoei alleen in de zomer, omdat de boom dan vol in het blad staat, reageert hij veel rustiger dan in de winter.’
Als laatste werd het bedrijf Herman Vaessen van Ralf Vaessen in het Limburgse Maasbree bezocht:
’Mensen zijn ons kapitaal’
Vaessen heeft zeventig werknemers in dienst, een aantal dat in het seizoen kan oplopen tot honderd man. Het Limburgse bedrijf is breed inzetbaar en werkt voor overheden, bedrijven, instellingen én voor particulieren. Vaessen blinkt uit qua personeelsbeleid: ’Mensen zijn ons kapitaal’. De medewerkers kunnen volop cursussen volgen om hun kennis bij te spijkeren. Daarnaast organiseert Vaessen zelf banendagen op het bedrijf om nieuwe medewerkers aan te trekken en de voormannen krijgen de zogenoemde Harrie-training om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden.
Vaessen innoveert volop: op het gebied van accugereedschap, energie (zonnepanelen, elektrische auto’s, blauwe diesel) en het toepassen van nieuwe duurzame materialen als Tilesystems, Rockflow en Miscanthus als mulchmateriaal. Verder werkt het Limburgse bedrijf veel samen met andere bedrijven om krachten te bundelen en kennis uit te wisselen. Zo hoort het bij Groencollectief Nederland en is het bedrijf partner van Noord-Limburgs Groen.
Winnaar?
De jury heeft de drie bedrijven uitgebreid beoordeeld op zaken als duurzame tuinaanleg, het gebruik van materialen, bedrijfsvoering, transport, gebruik van elektrisch gereedschap en personeelsbeleid. Wie de uiteindelijke winnaar is, wordt op woensdag 15 januari bekendgemaakt op de Groene Sector Vakbeurs. Dit gebeurt om 15.45 uur bij het Businesspoint in Hal 4.
