Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw doen het zo goed in Nederland omdat hier veel stikstof beschikbaar is. „Deze invasieve exoten zijn onderdeel van de verruiging.’’
Dit zegt Michiel Wallis de Vries in Tuin en Landschap nummer 6. Wallis de Vries is buitengewoon hoogleraar aan de Wageningen Universiteit en heeft zich vanwege zijn werk bij de Vlinderstichting in stikstof verdiept. Tuin en Landschap interviewde hem over de gevolgen van de stikstofdepositie op de plantenvariatie en het aantal vlinders in Nederland.
’We maken het hen gemakkelijk’
Vooral ruigtekruiden profiteren van veel stikstof in de bodem. Bij ruigtekruiden denken we vooral aan brandnetel, ridderzuring, bramen en riet. Maar ook invasieve exoten als Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw en guldenroede doen het goed omdat er een stikstofdeken over Nederland ligt. „We maken het hen erg gemakkelijk.’’
Van de vroegere variatie aan bloemen en kruiden zijn alleen de concurrentiekrachtige planten overgebleven. Voor veel rupsen staat er alleen nog junkfood op het menu. Het zal niemand verbazen dat een afname aan de plantenvariatie gevolgen heeft voor het aantal soorten vlinders dat in Nederland voorkomt. Dat aantal daalt al een aantal jaar gestaag.
Gefaseerd maaien en afvoeren
„Het tijd is te keren’’, aldus Wallis de Vries. Door een verschralingsbeheer van maaien en het afvoeren van het maaisel, haal je een deel van de stikstof weg van een locatie. Daarmee stimuleer je de plantenvariatie. Als je dit ook nog gefaseerd doet in tijd en ruimte, dan maak je het ook de vlinders naar de zin. Op arme bodems die door de stikstofdepositie verzuurd zijn, moet je ook steenmeel of kalk aan de grond toevoegen om hem weer aan de praat te krijgen.
Een uitgebreid artikel over vlinderbeheer en stikstofdepositie staat in Tuin en Landschap 6. U kunt het hier ook digitaal lezen (met inlog).