‘Ik zou ze eraf halen morgen. Ze zijn rijp zat en volgende week hebben we er ook genoeg.’ Ik kijk hem aan alsof ik water zie branden. Meent hij het? Wil mijn broer echt op zaterdagochtend aan het werk? Normaal gesproken zegt hij zelf altijd op zulke momenten: ‘Als het mot dan mot het. Maar het mot niet!’
En zo zijn we op zaterdagochtend aan het oogsten met z’n zessen. Een paar uurtjes, want je moet natuurlijk niet overdrijven. ‘Ik heb gisteren de veilingbrieven al gemaakt, ze staan in de klokvoorverkoop,’ zeg ik. ‘We zijn dus eigenlijk aftuin aan het veilen.’ Je kan alvast maar voorbereid zijn op wat komen gaat.
Want of je het nu fijn vindt of niet, het begint er langzaamaan toch op te lijken. We bewegen met elkaar een bepaalde kant op. De kant van de dynamische markt. In een vroeg stadium aangeven wat je aanbod is, klanten die daaruit hun keuze maken en slimme logistiek die de producten van de een naar de ander brengt. Een beetje wat potplantenkwekers al langer doen zeg maar.
Ik moet nog wel wat wennen aan dat in het vooruit werken. Niet dat we niet plannen hoor, integendeel. In september begint de teeltplanning voor het volgende jaar al aardig vorm te krijgen. De financiële doorrekening hangt daar direct mee samen. Begroten hebben we wel geleerd inmiddels. Dat is het punt niet.
Lastiger is het om van tevoren aan te geven hoe het zit met de specificaties van de bloemen, zeker in de winter. De rijpheid gaat nog wel. De lengte is al moeilijker te voorspellen. Maar het gewicht is best een ding. Stel dat je een koper 600 gram belooft in je Floridaycontract, maar je komt net aan de 500? Hoe moeilijk doet hij dan? Het voelt een beetje als een weersvoorspelling. Eén of twee dagen gaat nog wel, daarna wordt het koffiedikkijken.
Of neem gisteren. ‘De oogster heeft een storing, we hopen daarna de karren af te snijden.’ Ik besluit toch alvast maar de veilingbrieven te maken. ‘Nee, de monteur is nog steeds niet geweest, de aantallen worden anders.’ Nou, dat gaat wat worden straks.
Kees van Egmond
Lees hier meer columns van Kees.