Opnieuw staat de huismus op nummer één in de Nationale Tuinvogeltelling. Dat betekent niet dat deze vogel ook in de meeste tuinen is gezien: hij werd in minder dan de helft van de tuinen geteld.
Afgelopen weekend vond de Nationale Tuinvogeltelling plaats. De top 10 van 2014 ziet er als volgt uit:
1. Huismus
2. Koolmees
3. Merel
4. Pimpelmees
5. Vink
6. Kauw
7. Turkse Tortel
8. Houtduif
9. Ekster
10. Spreeuw
Het zachte weer heeft duidelijk invloed op de telling. Er werden dit jaar beduidend minder vogels in de tuinen gezien dan in voorgaande jaren. In het buitengebied is door het milde weer nog veel voedsel beschikbaar, waardoor vogels niet genoodzaakt zijn voor hun voedsel naar de tuinen te trekken.
Het duidelijkst is dat te zien bij de vink. Werd er vorig jaar gemiddeld 2,7 vink per tuin gezien, dit jaar bleef het aantal steken op 1,5. Bij de koolmees en pimpelmees zien we hetzelfde beeld.
Nog niet eerder zijn er zo weinig spreeuwen gezien, gemiddeld 0,7 spreeuw per tuin. Ook hier speelt het weer een rol: de spreeuwen zoeken hun voedsel nu in het buitengebied. Tegelijkertijd neemt het aantal spreeuwen door de jaren heen in de Tuinvogeltelling af, een beeld dat overeenkomt met andere tellingen. Het toont aan dat het aantal spreeuwen in ons land aan het afnemen is.
Hoe dat komt is niet helemaal duidelijk. Reden voor Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek om dit jaar uit te roepen tot Jaar van de Spreeuw en door middel van onderzoek te achterhalen wat de oorzaken zijn.