Ooit, in 1986, bestond ons prille hoveniersbedrijf 1 jaar. Veel werk was er niet. Om aan inkomsten te komen, kweekten we boerenkool en werkten we in de CSM-suikerfabriek. Ook hadden we enkele tuintjes aangelegd. Dat najaar belde een deftige meneer om een offerte en die wilde weten of we ook algemene voorwaarden hanteerden. Na een ontkennend antwoord werden we bedankt en werd er opgehangen.
Een week later werden we lid van de Kring Tuin & Landschap. Ik geef het maar als anekdote. Onze motivatie om lid te worden was een hele acute: we hadden algemene voorwaarden nodig. Die deftige meneer heeft nooit meer teruggebeld, maar we hebben er nooit spijt van gehad. De vereniging bleek een warm nest waar je elkaar ontmoette, cursussen volgde bij Joost van Dijk en natuurlijk de avonden waarin het bestuur verantwoording aflegde en het altijd een vrolijke bende was.
En nu sta ik weer voor de keus. De vereniging voor hoveniers en groenvoorzieners wil me graag als ontwerper binnensluiten. De rollen zijn echter omgekeerd. Geen acute situatie van mijn kant. Geen klant die vraagt of ik wel lid ben van een vakvereniging. Hooguit ligt het acute aan de andere kant van de tafel: de VHG heeft leden nodig om voort te kunnen bestaan. En dus lonkt de VHG naar de ontwerpers.
Er klopt duidelijk iemand op de deur. Het is een vreemde, zeker, die verdwaald is, zeker, en hij doet ons een verzoek. Ook strooit hij rond met lekkers, in de één of andere hoek… Koekoek!
De VHG wil graag verbinden. Voor alle ondernemers in dit vakgebied staan. Of je nu ontwerpt, aanlegt of beheert. Het is allemaal één kring van tuin en landschap waar het hele proces in samenkomt. Ons vak geeft betekenis aan de buitenruimte en daarbij hebben we elkaar hard nodig, zo is de stelling. Maar is dat wel zo? Een ontwerper is geen aannemer! Meer autonoom adviseur! Niet gericht op technische beperkingen, maar gericht op ruimtelijke mogelijkheden. Aansluiting bij tuin- en landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen ligt veel meer voor de hand.
Met Sinterklaasliedjes weet je hoe gaat: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Bij de VHG zijn ze er eindelijk achter dat alle kindekes gelijk zijn en iets zoets verdienen. Echter, wie de Sint werkelijk is blijft de vraag. Tijd om de Sint eens stevig aan de baard te trekken. Er zou wel eens een armlastige hovenier achter kunnen zitten.