Het land van ooit

Japan, land van de rijzende zon. Een mythe. Al vanaf de middelbare school, toen ik over Japanse tuinen leerde, oefent het land een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Eens zou ik het aandoen. Maar het kwam er nooit van. Tot nu.

We zijn geland op Narita Tokyo Airport, een stedelijk agglomeratie met meer dan 35 miljoen inwoners. We gaan het ontdekken! Drie dagen hebben we, dan gaan we weer door. Andere steden lonken: de oude cultuurhoofdstad Kyoto, Hiroshima natuurlijk, maar ook de Japanse bergen…

Het programma is vol. Overvol. Elke dag maken we keuzes. Wat gaan we zien en wat niet. Kyoto heeft 1650 tempels en meer dan zestig monumentale tuinen! We bezichtigen er vier.. De zentuin bij de Tofuku-ji tempel zou je met gemak ‘strak’ kunnen noemen. Maar dan 500 jaar oud! Een groot vlak geharkt grind met daarin wat keien, enkele mosheuvels en een pijnboom, samengevat in een helder patroon.

Als ik plaatsneem op een houten plankier, waar vanuit je een mooi overzicht hebt over de tuin, probeer ik te analyseren wat ik zie. De opdeling van de ruimte, het contrast van het mos en het grind. Het levendige aspect van de pijnboom, de open ruimte die wordt omsloten door een zware stenen muur met grote pijnbomen op de achtergrond. Het is allemaal in een perfecte balans.

Ik maak een paar schetsjes. Zo dus…

Hier ben ik voor gekomen! Het geeft een euforisch gevoel. We gaan nog heel veel zien, en nog veel meer niet. Maar Japan kan nu al niet meer stuk! De mensen, het landschap, het reizen met de trein… Het werkt verslavend. In Hiroshima brengen we een bezoek aan het Memorial Park. 500 meter boven deze plek is eerste atoombom tot ontploffing gebracht. Het fabelachtig mooie monument van Tange Kenze herbergt de namen van 140.000 slachtoffers. Op de achtergrond het gekras van de schijnbaar altijd aanwezige kraaien, als waarschuwing aan de mensheid.

Zo gaan we door. Verder westwaarts. Het reizen is intensief en vermoeiend. Maar we zijn hier niet om een boek te lezen. In anderhalve week crossen we door het land. Het is tekort. Dat is zeker. Maar niet getreurd. We komen terug. Eens.