De tuinvlindertelling van de Vlinderstichting leverde gemiddeld acht vlinders per telling op. Dat is de helft minder in vergelijking met de afgelopen jaren. Ook het aantal soorten dat is gemeld, ligt met 3,5 per telling duidelijk lager. Het langdurige warme en droge weer is de belangrijkste oorzaak.
De Vlinderstichting hield onlangs voor de tiende maal een tuinvlindertelling. Die besloeg dit jaar tien dagen in plaats van een week: van 27 juli tot 5 augustus. De telling was bewust iets vervroegd omdat de vlinders eerder vliegen als gevolg van de klimaatverandering. Ondanks deze vervroeging, zijn nog nooit zo weinig vlinders in de tuin gezien. Het aantal waargenomen vlinders en soorten is dit jaar het laagste van alle tien edities.
Belangrijke reden hiervoor is dat door de langdurige warmte de vlinders weken eerder vlogen dan normaal en dus al weg waren toen de telling begon. De week vervroeging van het tellen was te weinig om dit te compenseren.
Weinig nectar door droogte
Een andere oorzaak ligt in de aanhoudende droogte. Met name in het binnenland zijn tuinen kurkdroog en erg warm. Hierdoor was er in veel planten die wel bloeiden toch maar weinig nectar te vinden. Ook zijn soorten als dagpauwoog en citroenvlinder nu al weggekropen. Deze zullen de komende weken, als het wat minder heet en wat vochtiger is, weer tevoorschijn komen.
In totaal zijn er een kleine tienduizend tellingen gedaan in tuinen door het hele land. Het meest gezien (18.000 keer) werd het klein koolwitje. Van het groot koolwitje, dat op de tweede plaats eindigde, zijn er nog geen 10.000 gezien. De atalanta werd nummer drie, op de voet gevolgd door de kleine vos. Deze laatste wordt het hele jaar al weinig gezien en is in veel tuinen tijdens de tiendaagse geen enkele maal aangetroffen. Toch zijn er bijna 6.000 doorgegeven, maar die kwamen vrijwel allemaal uit het noorden en noordwesten van ons land, waar de temperatuur iets lager is. Daar was de soort wel veel aanwezig.
Buxusmot op zevende plaats
Opvallend is de zevende plek van de buxusmot. Nu is de buxusmot nog voornamelijk in het zuiden en midden gezien, maar het is te verwachten dat de vlinders die nu vliegen ook de noordelijke provincies zullen gaan bevolken.
Voor enkele soorten vlinders pakt 2018 tot nu toe wel goed uit. Zo heeft het icarusblauwtje tot nu toe een uitstekend jaar: wie gaat vlinderen in bloemrijke graslanden waar rolklaver en andere vlinderbloemigen staan die niet zijn verdroogd, zal daar de komende dagen zeker icarusblauwtjes te zien krijgen.
De Vlinderstichting roept nog steeds mensen op om tellingen te doen en waargenomen vlinders door te geven. Ook niet-waargenomen vlinders – de afwezigheid van vlinders – kan waardevolle informatie bieden.
Top-10 Tuinvlindertelling
De tien meest doorgegeven vlinders zijn in 2018:
1. Klein koolwitje
2. Groot koolwitje
3. Atalanta
4. Kleine vos
5. Klein geaderd witje
6. Gamma-uil
7. Buxusmot
8. Boomblauwtje
9. Bont zandoogje
10. Distelvlinder