Onlangs plaatste ik op Facebook een foto van zieke kastanjebomen die in mijn woonplaats werden verwijderd. Onmiddellijk volgden reacties van buurtbewoners die het onbegrijpelijk vonden dat zulke oude bomen zo maar werden gekapt.
Na de uitleg dat de bomen ongeneeslijk ziek waren, werden de reacties al wat milder. Maar het geeft maar aan dat groen in het algemeen, en bomen in het bijzonder, in deze tijden van schaarse natuur heilig zijn in de stedelijke omgeving.
Niet vreemd dan ook de reacties van buurtbewoners van het Amsterdamse Wertheimpark. In dit park moet een Holocaustmonument komen met de namen van 102.000 slachtoffers van de Nazi’s. Het monument neemt 1.000 m² in beslag, een derde van het totale oppervlak van het park.
Buurtbewoners zijn bang dat ze straks niet meer kunnen recreëren in hun park en dat het er te druk en te vol wordt. Zo worden jaarlijks 250.000 bezoekers verwacht. Daar loop je dan met je hondje tussen de busladingen toeristen.
Volgens de ontwerper, de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind die ook het Joods Museum in Berlijn ontwierp en verantwoordelijk was voor de herinrichting van het World Trade Center in New York, móet het Holocaustmonument juist storend werken. En de plek, het hart van de oude Amsterdamse Jodenbuurt, is volgens hem de enige plek waar het monument kan staan.
Buurtbewoners maken zich kwaad, omdat bomen moeten wijken voor het monument. Omdat in hun postzegelpark, hun stukje natuur ter grootte van een krant, een monument met 102.000 namen moet verrijzen. En dat terwijl het Auschwitz Monument van Jan Wolkers er al ligt. Het glazen monument dat volgens de weduwe van Wolkers juist de omliggende natuur, de bomen en de hemel, weerspiegelt.
Natuurlijk vormt elk monument en elk kunstwerk een ingreep in de oorspronkelijke ruimte, en zijn er altijd protesten te beluisteren bij de presentatie van een nieuw ontwerp. Maar je moet je afvragen of in een omgeving waar de natuur al schaars is, groen moet worden opgeofferd voor muren van beton, hoe belangrijk de boodschap op die muren ook is. Dan kies ik toch voor het levende groen in plaats van de in steen gehouwen herinnering aan de doden.