In een van mijn eerste artikelen die ik voor Tuin en Landschap schreef, maakte ik een klassieke fout: ik noemde een haagbeuk een Fagus en een beuk eveneens. Tja, ik had nog nooit van haagbeuk of Carpinus gehoord en dacht dat mijn geïnterviewde een variant op de term beukenhaag bezigde, die wellicht gemeengoed was in de groenwereld. Als je een beuk in een haag knipt, dan krijg je vast een haagbeuk. Zoiets.
In de lessen plantenkennis op het Edudelta zijn we inmiddels aan de bomen begonnen. Zowel Fagus sylvatica als Carpinus betulus is de revue al gepasseerd en deze bomen zorgen voor verwarring onder die cursisten die de namen voor het eerst horen. Met name omdat de bomen met hun Nederlandse titel worden aangeduid: beuk en haagbeuk. Als ze beide als haag zijn toegepast – wat nogal eens het geval is – wordt het helemaal ingewikkeld, dan krijg je in goed Nederlands dus ’beukenhaag’ en ’haagbeukenhaag’ of wellicht ’haagbeukhaag’.
Om ons een handje te helpen heeft onze docent Jan ze in de powerpointpresentatie naast elkaar gezet om zo de verschillen te benadrukken: het blad van Fagus is glad, dat van Carpinus dubbelgezaagd, Fagus behoudt zijn blad in de winter, Carpinus niet, beuk heeft een gladde stam, haagbeuk een gespierde enzovoort.
Armeluisboom
Onze praktijkdocent Kees doet er nog een schepje bovenop om ons het verschil tussen de bomen te laten onthouden. Hij legt uit dat Carpinus eigenlijk een armeluisboom is die bij keuterboertjes stond aangeplant en Fagus een hereboerboom, die vroeger en masse werd aangeplant door de rijken om te laten zien hoeveel macht ze bezaten. Dat vind ik een mooi ezelsbruggetje: Carpinus met zijn ruige uiterlijk de boom van de arbeider en Fagus met zijn gladde blad en stam als koning van het woud de boom van de rijkaard.
Toch blijft het lastig, want na de uitleg verzucht een van de cursisten over de naamgeving hartgrondig: „Dat hadden ze nooit zo moeten doen.’’ De praktijk brengt uitkomst, daar ben ik honderd procent zeker van. Dat was bij mij in ieder geval wel zo. Dat artikel uit het begin liet ik nalezen door de geïnterviewde waardoor mijn vergissing gelukkig tijdig werd ontdekt. Sindsdien ben ik alert wanneer een van de twee ’beuken’ voorbijkomt, want dit gebeurt me natuurlijk geen tweede keer.