Grof

“Waarom gebruik jij grove taal, dat heb jij toch helemaal niet nodig?” De vrouw keek me indringend aan. Ze had mijn blog gelezen op tuinenlandschap.nl over de prijsuitreiking van De Tuin van het Jaar, waar een tuttemerulle de zaal als kleuters had toegesproken.

“Woorden als opgeilen vind ik helemaal niet bij jou passen.” Ik sta een beetje met mijn mond vol tanden. Inderdaad. Grof taalgebruik is meer iets voor populisten. Niets voor mij. Prinses Beatrix noemde populair zijn zelfs ‘gevaarlijk’. Vandaag ben je het, morgen hakken ze je kop af. Niet ongevaarlijk dus.

Grof taalgebruik heeft volgens mij met onzekerheid te maken. Onzekerheid over onze motieven. Ooit, twintig jaar geleden, woonde ik op de Haagse Hogeschool een lezing bij van David Bloch, dé goeroe op het gebied van jezelf presenteren. Moet u zich voorstellen: een zaal vol mensen uit het zakenleven. Ik, lulletje rozenwater, zat daar tussen. Gebiologeerd te luisteren naar een verhaal van een man waar ontsnappen onmogelijk was. Vlak voor de pauze stelde ik de enige vraag: “Wat doe je aan onzekerheid?”

Na de pauze vroeg David mij direkt op het podium. “Vertel wie je bent en voor welk bedrijf je werkt!” Hakkelend stamelde ik: “Mijn naam is Ruud Aanhane en mijn bedrijf heet De Tuinen van Ruud Aanhane…” De zaal keek me honend en spottend aan. Ik kon wel door de grond zakken. De leider keek me streng aan. “Aanschouw deze mensen, jij gaat ze temmen! Zeg je naam en je bedrijf! Je kunt het!” Tot vijf keer toe zei ik mijn naam en het bedrijf waar ik voor werkte: “Mijn naam is Ruud Aanhane en mijn bedrijf heet De Tuinen van Ruud Aanhane…” Ik brulde en ik temde. De zaal juichte en loeide.

Ik wist het zeker, mijn naam stond gebeiteld…

Daarna gebeurde het ongelofelijke. Twee potige kerels werden opgetrommeld, terwijl ik mijn arm moest strekken. “Deze arm is van staal! Niemand kan hem breken!” De zaal werd opgezweept terwijl de goeroe zijn bezwering uitsprak. Ik was als in trance. Met vereende krachten probeerde men mijn arm te buigen. Ik keek ernaar maar er gebeurde niets. Mijn arm was van staal.

“Dat is het antwoord op je vraag”, zei David Bloch. “Het enige dat je nodig hebt is geloof in jezelf!”