Satellietbeelden op de Groenmonitor laten zien dat het gras op de klei in Groningen en Friesland en het Groene Hart het minst te lijden had van de droogte. In Oost-Overijssel, Gelderland, Zeeland, delen van Brabant en Limburg en de kuststrook was de droogteschade het grootst. Door de regenval in augustus was het gras in heel Nederland begin september weer groen. Dat meldt Gerbert Roerink van Wageningen Environmental Research op de website Naturetoday.
Vanaf begin juni tot begin augustus heeft het vrijwel niet geregend in Nederland. De gevolgen hiervan waren duidelijk te zien aan gazons en weilanden die langzaam veranderden in bruingele prairielandschappen. Of dit in geheel Nederland in even grote mate gebeurde, is echter lastiger te zien. Daarvoor moet je de ’groenheid’
van het gras kunnen bepalen. Dit kan tegenwoordig met satellietbeelden.
Groenindexkaarten
De beelden kunnen vertaald worden naar een groenindex die de hoeveelheid groene biomassa kwantificeert. Deze groenindexkaarten zijn publiekelijk toegankelijk via de Groenmonitor. Tot op perceelsniveau kan de groenindex bepaald worden en het afsterven van het gras in kaart worden gebracht, zoals de satellietfoto’s van Terschelling hieronder tonen.
Met de Groenindexbeelden worden de regionale verschillen van de droogte op het grasland in kaart gebracht. Hiervoor zijn satellietbeelden genomen van zes verschillende momenten gedurende het groeiseizoen en is de gemiddelde groenindex berekend voor grasland per gemeente.
Begin in zuiden
Aan het begin van het groeiseizoen op 26 mei was er nog geen sprake van droogte en staat het gras er overal even groen bij. Op 30 juni, na ongeveer vier weken droogte, zie je de eerste verschillen ontstaan. In de noordelijke helft van Nederland heeft de droogte nog vrijwel geen impact op het grasland, de groenindexwaardes zijn hetzelfde. Maar in de zuidelijke helft zakt de groenindex ongeveer 10%. In juli zijn deze verschillen verergerd en krijgt ook het noorden meer last van de droogte.
Zandgronden en Zeeuwse klei
Duidelijk is dat de zandgebieden in Nederland (Oost-Overijssel, Gelderland, delen van Brabant en Limburg en de kustgebieden) meer last hebben dan de rest. Het grasland in Zeeland heeft ook erg veel last van de droogte, ook al staat het op kleigrond dat het water relatief beter vasthoudt. Op het satellietbeeld van 6 augustus is het dieptepunt bereikt. In sommige gemeentes is de groenindexwaarde gezakt tot onder de 0,4, waar normaal waardes tussen de 0,7 en 0,8 te verwachten zijn. Ter referentie: een geploegd land heeft een groenindexwaarde van 0,2.