‘Ondernemerskansen in seniorenhuisvesting’ was de naam van het seminar dat de gemeente organiseerde. Ik werd getipt door een collega. „Dat is wel wat voor jou.”
Ik zit tussen loodgieters, zorgverleners, ambtenaren en aannemers. Geen hovenier. De wethouder praat ons bij over de veranderingen in de zorg. De overheid trekt zich terug achter de muren van zijn bastion. Ouderenzorg is geen recht meer maar een voorziening. Niet zoveel verschil zou je zeggen, maar achter dat ene woordje zit een heel Regeerakkoord. Want ja, we praten niet over zorg, maar over geld. En, het moge duidelijk zijn, de kosten rijzen de pan uit, dus er moet iets gebeuren.
Van recht naar voorziening dus. En dat betekent dat je voor allerlei aspecten moet gaan betalen. Van het kopen van een rollator tot het weghalen van drempels in je huis. Allemaal voorzieningen die burgers heel goed zelf kunnen organiseren en bekostigen. En daar ligt voor ondernemers de kans. Die oudjes moeten op zoek naar een loodgieter of een hovenier. Kansen om wc-potten te verhogen en straatjes recht te leggen.
De vraag is of ondernemers zitten te wachten op dit soort klusjes. Ik weet niet hoe het u vergaat maar die oudjes vragen behoorlijk wat aandacht. Een uur werk vraagt een uur aandacht! Bij ons in het bedrijf zochten we altijd ‘een homo met een laptop’ als het om particulier onderhoud ging. Je hoefde niet te kunnen schoffelen, als je maar aandacht kon geven. Betaalde aandacht wel te verstaan.
En dat brengt me bij de gouden bergen. Door overheidsbeleid ontstaan nieuwe kansen en die lijken een goudmijntje op te leveren. Maar als je als hovenier hier écht iets mee wil, zal je daar een aangepaste dienst voor moeten maken met heldere tarieven en een goede planning. Hoveniers staan echter niet bekend om hun professionaliteit. De goudmijn wordt een moddersloot waar opportunisten het imago van het vak tot drek maken. Of ben ik nu iets te pessimistisch?