Insectenbeheer is maatwerk. Te veel maaien is ongunstig voor insecten, te weinig maaien benadeelt de bloemrijkdom en daarmee ook weer de insectenfauna. Daarbij komt dat verschillende groepen insecten zoals bestuivers, bodembewoners en bladeters, verschillende behoeften hebben. Gevarieerd maaien lijkt de sleutel tot succes te zijn.
Wat goed is voor planten, is ook goed voor insecten. Het lijkt een logische gedachte. Om biodiversiteit te bevorderen, passen veel gemeenten hooilandbeheer toe in bermen en grasvelden. Dit betekent één tot twee maal per jaar maaien en afvoeren van het maaisel, om de bloemenrijkdom te vergroten.
Hooilandbeheer funest
Toch krijgen groenbeheerders regelmatig kritiek uit de hoek van insectendeskundigen. Hooilandbeheer kan slecht uitpakken voor veel insecten. Volgens deskundigen kunnen de maaibeurten hele generaties geleedpotigen doden en is hooilandbeheer funest voor veel insecten. Maar wat dan wel? Niets doen leidt tot struweel- en bosvorming en dan verdwijnen de insecten van het kruiden en grasland ook.
Artikel
In zijn artikel in TenL 14/15 laat Henk-Jan van der Veen verschillende deskundigen aan het woord over de manieren waarop je biodiversiteit kunt vergroten door gevarieerd maaien. Heb je een digitaal abonnement? Klik dan hier om het artikel meteen te lezen.
Geen abonnement? Bekijk hier de mogelijkheden of bel 071-5659644.