Voor veel tuinbezitters is het een van de minst bekende gasten in hun tuin, de vleermuis. Om in kaart te brengen hoeveel vleermuizen in onze tuinen huizen, werd op 25 en 26 mei de eerste Nationale vleermuistuintelling gehouden.
Van de achttien in Nederland voorkomende soorten vleermuizen is er een aantal regelmatig in onze woonomgeving te zien. Soorten als gewone dwergvleermuis en laatvlieger wonen graag in spouwmuren en onder dakpannen en jagen ook in parken en tuinen. De gewone grootoorvleermuis woont zowel op rustige zolders als in holle bomen. Wie geluk heeft, kan hem in vooral oude tuinen, parken en bossen zien.
Boombewoner
Er zijn ook soorten, zoals de watervleermuis, die liever in boomholten wonen, maar toch regelmatig vlak boven het wateroppervlak van vijvers in dorpen en steden jagen. De rosse vleermuis is ook zo’n boombewoner, die soms hoog boven een park of tuin op jacht is naar kevers en nachtvlinders.
Waarschijnlijk omdat het de eerste telling was, en omdat vleermuizen wat minder aaibaar zijn dan vogels en vlinders, viel het aantal deelnemers nog wat tegen. In totaal 307 tuinbezitters in heel Nederland telden vleermuizen. Dit leverde 346 tellingen op.