Gemeenten en waterschappen krijgen de laatste tijd kritiek op hun maaibeheer. Men maait te veel en te onzorgvuldig, waardoor zeldzame planten verdwijnen en insecten weinig kans krijgen. Dat moet anders, vinden velen. Kennis over ecologie en vakmanschap moet weer voorop staan bij groenbeheerders.
Groenprofessionals krijgen de laatste tijd behoorlijk wat kritiek op hun maaibeleid. In de media passeren regelmatig berichten van rigoureus geklepelde bermen en gemillimeterde groenstroken die even daarvoor nog uitbundig bloeiden. Is hier sprake van toeval of een structureel probleem? „Dit zijn geen incidenten”, zegt Anthonie Stip van De Vlinderstichting stellig. „Het gebeurt te vaak dat een zeldzame of bedreigde soort ineens wordt weggemaaid of dat een beheerder te rigoureus te werk gaat door alles ineens te maaien.”
De voorbeelden van de laatste tijd spreken voor zich: gemaaide velden beemdooievaarsbek in volle bloei in Arnhem, geklepelde bloeiende bermen langs een watergang in Brabant en recent nog de schade aan de enige vliegplek van het donker pimpernelnelblauwtje in het zuiden van Limburg.
Bloopers
De bloopers in het maaibeheer maken duidelijk dat de kennis over de verspreiding van soorten bij overheden nog lang niet op orde is. Ook het maaibeheer zelf laat vaak te wensen over. „Veel gemeenten en waterschappen klepelen nog bermen en oevers”, vertelt Stip. „Onbegrijpelijk, dit past niet meer in deze tijd waar duurzaamheid en behoud van biodiversiteit voorop staan. Bovendien werkt klepelen verruiging van de vegetatie en vestiging van ’onkruiden’ als akkerdistel, ridderzuring en brandnetel juist in de hand.”
Volgens Stip is dit vooral gebrek aan kennis. „Helaas is het vaak ’one size fits all’, ofwel: men doet overal hetzelfde omdat dit goedkoop en makkelijk is. Een gemiste kans, want ecologisch maaibeheer biedt zoveel mogelijkheden, bijvoorbeeld als natuurlijk middel tegen eikenprocessierups. Beheerders mogen zichzelf vaker afvragen of het echt nodig is om een grasveld wekelijks te maaien.”
Lees het hele artikel in Tuin en Landschap 20 of in het digitale magazine (met inlog).