Staatssecretaris Sharon Dijksma constateert dat na het wegvallen van product- en bedrijfschappen nieuwe collectieven op vrijwillige basis zijn ontstaan. „Wij zijn zorgvuldig met de schappen-erfenis omgegaan. Het badwater is weggespoeld, maar het kind is behouden.”
Dijksma was op 23 september uitgenodigd in de Sociaal Economische Raad (SER) om terug te blikken op 60 jaar product- en bedrijfschappen en het licht te werpen op het tijdperk erna.
„De kern van de schappen was natuurlijk het netwerk: bedrijven vonden elkaar onder een gezamenlijke paraplu. Die netwerken wilden we ook graag behouden. Zeker in de agrarische sector. Voor de netwerken zijn schappen echter niet noodzakelijk. Netwerken gaan niet zomaar verloren en blijven bestaan als daar behoefte aan is, zonder verplichtingen. En, niet altijd zijn nieuwe verbanden nodig”, zegt Dijksma.
Volgens Dijksma heeft de overdracht van taken van de schappen aan de overheid een flinke vermindering in regeldruk opgeleverd. Die vermindering komt volgens de staatssecretaris bovenop de jaarlijkse lastenverlichting van €200 miljoen voor alle bedrijven, omdat er geen verplichte heffingen meer zijn.