„De doodsbeenderenboom is een kunstwerk op zich’’, stelt de Belgische tuinarchitect Berwout Dochy. Hij paste er drie toe in een kleine stadstuin in Gent die vol staat met bladplanten.
Ogenschijnlijk zijn het drie meerstammige exemplaren. Maar een goede kijker ziet dat het er meer zijn. De bomen groeien van jongsaf aan zo dicht opeen, zodat het net meerstammige exemplaren lijken. De Gymnocladus dioica, zoals de Latijnse naam van de doodsbeenderenboom luidt, heeft volgens Dochy veel sierwaarde. „Een mooie takkenstructuur, een grillig gevormde stam en een transparante kroon. Het is een kunstwerk op zich.’’
Gele herfstkleur
In een stadstuin in Gent van 5 bij 10m zorgen ze voor hoogte en de nodige privacy. De tuin hoort bij een voormalig pakhuis waarin zes woningen zijn gerealiseerd en bevindt zich in een dichtbebouwde omgeving. Daar past de Gymnocladus dioica met zijn transparante lichte kroon en geveerde blad, goed bij volgens Dochy. Ook de eigenaren van de tuin waarderen de bomen. Zo genieten ze van het gele herfstblad dat mooi combineert met het grijze padoek-hout van de vlonder.
Gezellig allegaartje
In de borders waarin heuveltjes zijn gemaakt voor een speels effect, heeft Dochy een mix aan bladplanten toegepast. Die variëren qua bladkleur en bladvorm. „Een gezellig allegaartje, alsof de beplanting hier zo spontaan is gegroeid.’’ Zo heeft hij de ijle pluimen van Panicum virgatum gecombineerd met het grote grove blad van Rodgersia aesculifolia.
In Tuin en Landschap 5 vertelt Dochy meer over deze Gentse stadstuin, u kunt het artikel ook digitaal lezen. (met inlog)
weet iemand welk soort siergras er gebruikt is ?