„Wie goed naar de markt kijkt, ziet de laatste jaren een duidelijke disbalans in de aandacht voor kunstgras en natuurgras. De balans slaat negatief door voor natuurgras. Dat lijkt begrijpelijk, maar als je er zorgvuldiger naar kijkt, is dat het niet.
Natuurlijk heeft kunstgras voordelen in vergelijking met gras. Denk aan ’bedrijfszekerheid’, de grotere bespelingscapaciteit in vergelijking met gras, et cetera. Verkoopargumenten als onderhoudsvrij (later onderhoudsarm) kunnen inmiddels in de prullenbak. Kosten voor beheer en onderhoud liggen globaal op hetzelfde niveau als bij grassportvelden. En daarbij hebben wij het nog niet eens over het vervangen of renoveren van een kunstgrasveld na een jaar of tien. Ik ben ervan overtuigd dat de ’portefeuillehouders’ zich op geen stukken na realiseren welke kosten er op hen afkomen als zij de kunstgrasvelden moeten vervangen. Inmiddels zijn er zo’n 1.500 kunstgrasvelden in Nederland…
Kunstgras is een ’modeverschijnsel’ geworden. Ik ken gemeenten die een kunstgrasveld willen, maar met maximale inspanning slechts 400 speeluren ingeboekt krijgen. En op welk veld speelt men echt 1.200 uur? En kijk dan eens naar de investering, minimaal een factor vier ten opzichte van een grassportveld. Kunstgras voor voetbal is een prachtige ontwikkeling, maar we slaan met z’n allen behoorlijk door op dit moment. We zullen moeten anticiperen op de recessie en sterk krimpende investerings- en onderhoudsbudgetten.
Een van de gevolgen van de kunstgrashype is dat de doorontwikkeling van capaciteitsvergrotende grastoplagen bijna stilgevallen is. Ik zeg bijna, omdat onze graszaad- en zodenproducenten nationaal en internationaal best de vinger aan de pols houden. Een jarenlang succesvol exportproduct hebben wij hierdoor bijna in de uitverkoop gedaan.
Als ik naar de toekomst kijk, verwacht ik dat er altijd kunstgras- en grasvelden naast elkaar zullen blijven bestaan. Verenigingen die zowel kunstgrasvelden hebben als grasvelden, zijn klaar voor de toekomst. Deze verenigingen zijn optimaal geëquipeerd om in te spelen op wisselende weersomstandigheden en wisselingen in benodigde capaciteit. Daarbij behouden hun leden ook het plezier om te spelen op écht gras.”
Pleun Lok
voorzitter BSNC