Bodemtransplantatie versnelt natuurherstel

De natuur herstellen, bijvoorbeeld op een voormalige akker gaat sneller, gerichter en minder ingrijpend door ‘bodemtransplantatie’. Met wat bodemleven uit een natuurgebied dichtbij blijkt de gewenste natuur al binnen een paar jaar te zijn hersteld. Dat schrijven NIOO-KNAW en Natuurmonumenten in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Plants.

Bodemtransplantatie is het overbrengen van een klein beetje bodem van een ‘gezond’ donorgebied naar keuze naar een plek waar je de natuur wilt herstellen. Nederlands Instituut voor Ecologie-onderzoeker Jasper Wubs: „Niet alleen kun je als beheerder natuurherstel versnellen: van tientallen jaren naar een handvol. Maar je kunt ook kiezen wat voor soort natuur zich gaat ontwikkelen op die plek.”

Bodemleven
Naar nu blijkt is dat te danken aan het bodemleven zoals bacteriën en schimmels, en dieren zoals aaltjes, mijten en springstaarten. „Dat de gemeenschap van ‘bodembeestjes’ het doet en het zo precies stuurt, dat is echt nieuw.”

De sturende rol van het micro- en dierenleven in de bodem was een heikel discussiepunt de afgelopen jaren. Het gaat dus veel verder dan een plag met plantenzaden zoals men eerder dacht. Ook zonder de hulp van meegekomen zaden, bepaalde het andere bodemleven de richting van het natuurherstel. Het gaat om de hele bodemgemeenschap, en niet om een enkele soort of soortgroep.

Dun laagje

Hoe doe je dat, bodem transplanteren? Eerst zoek je een geschikt stukje ‘donornatuur’. De onderzoekers kozen hier heide danwel kruidenrijk grasland voor. Daar oogst je wat van de bovenste laag van de bodem, waar veel bodemleven in zit. En dat strooi je vervolgens uit bovenop de bodem waar je de natuur wilt herstellen. „Het gaat niet om enorme plakkaten bodem, maar om een dun laagje van nog geen centimeter,” legt Wubs uit.

Klik hier voor een filmpje met uitleg over bodemtransplantatie.

Voor en na bodemtransplantatie. (Beeld J. Wubs/NIOO-KNAW)