Dankzij het Natuurpact kan een groot aantal planten- en diersoorten beter worden beschermd en verbetert de ecologische waterkwaliteit. Dit blijkt uit een QuickScan die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft uitgevoerd.
Met de aangekondigde maatregelen verbeteren de condities voor het voortbestaan van soorten die door de Vogel- en Habitatrichtlijnen bescherming genieten aanmerkelijk, volgens het PBL.
Waren in 2010 voor ruim 45% van alle doelsoorten de condities voldoende voor instandhouding, dankzij het Natuurpact stijgt dit tot ruim 65% in 2027.
Voor een aantal soorten blijven de leefomstandigheden nog onvoldoende en is er kans op achteruitgang. De internationale langetermijndoelen zijn in 2027 nog niet binnen bereik.
Uitvoering cruciaal
De afspraken zijn gemaakt op hoofdlijnen, dat betekent dat de keuzes die de provincies gaan maken bij de uitvoering, cruciaal zijn. De uitvoering bepaalt in belangrijke mate hoe effectief en doelmatig de publieke middelen worden ingezet.
Zo zijn er onzekerheden over hoe de bezuiniging op natuurbeheer zal uitpakken. In de rijksbegroting wordt 100 miljoen gekort op natuurbeheer, met de intentie om in ‘betere tijden’ een financiële inhaalslag te maken.
Als beheer minder goed wordt uitgevoerd, zal de natuurkwaliteit drastisch verminderen. Als de provincies daarentegen met nieuwe partners cofinancieringsmogelijkheden vinden voor de plannen dan kunnen de effecten op natuurkwaliteit groter zijn.