Door gaasvlieglarven uit te zetten, kan de aantasting door beukenbladluis sterk verminderen. Het onderdrukkend effect is beter dan bij het uitzetten van larven van lieveheersbeestjes. Dat blijkt uit een onderzoek van medewerkers van de Hogeschool Gent in samenwerking met het Vlaamse departement van Landbouw & Visserij meldt de website Groen Kennisnet.
Op een boomkwekerij werden half mei op 5 verschillende proefvlakken lieveheersbeestjes en gaasvliegen uitgezet in verschillende dichtheden. Per m² 5 lieveheersbeestjeslarven, 10, 18 of 40 gaasvlieglarven. Het vijfde proefvlak was onbehandeld. Op het overblijvende deel van het perceel werd chemische bestrijding toegepast.
Duidelijk effect
Het bleek dat de gaasvlieglarven een week nadat de larven waren uitgezet al een duidelijk onderdrukkend effect hadden. Maar dat effect was van korte duur. Na 2 weken nam de aantasting weer toe. Dat zou te maken kunnen hebben met de levenscyclus van de gaasvlieg, denken de onderzoekers. Na 2 weken verpoppen de larven en nemen geen voedsel meer op. Lieveheersbeestjes hadden geen onderdrukkend effect. En de onderdrukking door gaasvliegen was net zo sterk als bij een chemische bestrijding.
Tijdens de eindbeoordeling, op 22 juni, bleek dat de aantasting door de beukenbladluis in de percelen met gaasvliegen minder hevig was dan in andere percelen, ook in de percelen waar chemische bestrijding was toegepast. Een verklaring kan zijn dat bij de chemische bestrijding ook de natuurlijke vijanden worden gedood. De onderzoekers concluderen dat dat het uitzetten van gaasvlieglarven de aantasting door de beukenbladluis sterk kan verminderen.
Op de foto’s zijn een volwassen exemplaar en een larve van de gaasvlieg Chrysoperla carnea te zien. De larve eet een luis (geen beukenbladluis).