Het gaat slecht met de merel. Voorlopige cijfers uit tellingen in steden en dorpen laten een afname van 15% ten opzichte van vorig jaar zien. Dat is de sterkste afname sinds het begin van de telreeks in 2007.
Ook in de honderden tuinen die wekelijks geteld worden via Tuintelling.nl zien waarnemers gemiddeld iets minder Merels. Mogelijk zorgt het Usutu-virus voor deze afname.
De uitbraken van het Usutu-virus in de zomers van 2016 en 2017 zijn aanleiding om de aantalsontwikkeling van de merel nauwlettend te volgen. Sovon Vogelonderzoek Nederland doet dit via drie telprojecten: met MUS (Meetbare Urbane Soorten) en de Jaarrond Tuintelling in steden en dorpen en met het BMP (Broedvogel Monitoring Project) vooral in het buitengebied.
Het beeld dat hier uit naar voren komt is dat de afname van merels met name in stedelijk gebied versterkt doorzet. In het buitengebied lijkt veel minder aan de hand. Voor meer zicht op de oorzaken, en de invloed van het Usutu-virus, is volgens Sovon meer onderzoek nodig.
