„Dat is een stom idee, moet je niet beter je best doen? Heb je wel goed genoeg nagedacht over die beplanting? Misschien moet dat ontwerp nog een keertje over… Is dit wel goed genoeg?” Ik stel u voor: mijn innerlijke criticus, welkom in mijn hoofd.
Mijn innerlijke stem staat weer eens op standje luidspreker. Mijn hoofd loopt over, maakt me onzeker en stokt mijn werkproces. Gek kan ik er van worden en totaal onzeker. Vluchtgedrag steekt de kop op: rondje sociale media, rondje nieuws checken en daarna opnieuw even langs de sociale media.
Herkenbaar? Waarschijnlijk wel. We hebben dan ook ongeveer zo’n 60.000 gedachtes per dag, waarvan de meeste overtuigingen zijn, vele niet positief. Het is de stem in jezelf, je eigenste saboteur, je eigen mol zo je wil. De stem die me liever afremt dan me toejuicht. De stem die me liever op mijn bek ziet gaan en dan zegt: ja, ik had het toch gezegd.
Lange tijd wilde ik die stem bestrijden, en wegdrukken. Maar daar wordt-ie niet stiller van.
Het is een leerproces, maar als mijn saboteur nu de kop op steekt, probeer ik hem te benoemen. Ik laat hem uit, letterlijk, met een ommetje in het plantsoen. Van groen wordt-ie altijd rustig. Ook las ik onlangs een artikel dat stelt: „Zet hem op de achterbank en kruip zelf achter het stuur. Behandel hem als een kind en voed hem op. Lach naar hem en luister wat je van de stem kan leren. Wat-ie je brengt.”
Mij brengt-ie als ik de onzekerheid loslaat een goed doordacht plan, waar ik trots op kan zijn. Een afgewogen beplantingsplan, met sterke en soms ongewone combinaties. En als-ie toch niet wil luisteren, zet ik voorlopig een filmpje aan op de achterbank, leidt ‘m lekker af.
Ik vraag me af: Wat is jouw saboteur? Wat kun je van hem leren, en wat heb je hem te vertellen?