De Belgische fytodienst FAVV bestempelt de ontdekking van Xylella op het handelsbedrijf als een vondst, maar wat is ook alweer het verschil met een uitbraak?
De EU-wetgeving maakt een duidelijk onderscheid tussen een vondst en een uitbraak van Xylella fastidiosa op EU-grondgebied:
> Vondst: dat is Xylella aangetroffen in een recent geleverde handelspartij. Daarbij zijn geen besmette vectoren gevonden, ofwel cicaden die zorgen voor de verspreiding van de bacterie. De gevolgen van een vondst zijn beperkt tot de aangetaste partij: die wordt vernietigd.
> Uitbraak: dan is de besmetting niet beperkt tot de geleverde partij(en). Als er besmette vectoren aanwezig zijn, wordt een bufferzone van 5 km rondom het getroffen bedrijf ingesteld en worden alle besmette partijen plus gezonde waardplanten in de directe omgeving vernietigd. Alle bedrijven in de bufferzone mogen dan in principe 5 jaar lang geen Xylella-waardplanten in- of uitvoeren.
De betreffende partij olijfbomen op het West-Vlaamse handelsbedrijf zijn intussen vernietigd. De FAVV gaat vooralsnog uit van een vondst. Als dat ook uit nader onderzoek blijkt, zijn er verder geen gevolgen.
Impact als het een uitbraak zou zijn
Zou het om een uitbraak gaan, dan zou de impact dus veel groter zijn. De FAVV benoemt niet de precieze locatie, alleen de provincie West-Vlaanderen, maar LTO had gehoord dat het om een bedrijf in omgeving Roeselare zou gaan. Zou je daar omheen een 5 km-zone trekken: dan ligt er een aantal bedrijven met Xylella-waardplanten in.
De grootste Belgische kwekerijregio’s zouden dan veilig buiten de zone liggen. En dat is vooralsnog ook de situatie aldus AVBS: die benadrukt dat alle handel van bloemen en planten mogelijk blijft voor alle bedrijven.
