Waarom staat Japanse duizendknoop niet op de Unielijst?

    Waarom staat Japanse duizendknoop niet op de Europese Unielijst van verboden soorten? Die vraag hield velen bezig toen vorige week het verbod op negen extra planten inging, maar de Fallopia japonica daarbij ontbrak. Deze plant richt immers grote schade aan in het Nederlandse groen.

    Dat de Unielijst is uitgebreid met tuinplanten als Pennisetum setaceum en Gunnera tinctoria, is voor sommigen ook al moeilijk te verkroppen. Deze soorten zijn immers niet gevestigd in de Nederlandse natuur. Het doel van het Europese invasieve-exotenbeleid is echter dat soorten die in bepaalde landen zich invasief gedragen en voor grote problemen zorgen, zich niet verder verspreiden. Daarom wordt de handel en toepassing van een plant die op de Unielijst komt in heel Europa verboden.

    Met het verbod op reuzenberenklauw en reuzenbalsemien zijn velen, met name terreinbeheerders wel blij. Deze planten hebben zich in heel Nederland gevestigd en richten schade aan in de natuur. Een verbod zou kunnen leiden tot een gecoördineerde landelijke bestrijding van deze soorten. Maar Japanse duizendknoop dan?

    Vijf criteria om op zwarte lijst te komen

    Myriam Dumortier, beleidsmedewerker bij de Europese Commissie, beaamt dat Japanse duizendknoop een bijzonder schadelijke soort is. Ze legt uit dat een soort (plant of dier) aan vijf criteria moet voldoen om op de Unielijst te worden geplaatst. De beoordeling of de soort aan die criteria voldoet, gebeurt door een speciale commissie, de IAS (Invasive Alien Species) waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd.

    Uit wetenschappelijk onderzoek moet bijvoorbeeld blijken dat de soort uitheems is in Europa, een leefbare populatie kan vormen en zich verder kan verspreiden, zowel onder de huidige omstandigheden als bij voorzienbare klimaatverandering. Ook moet duidelijk zijn dat de soort nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit, ecosysteemdiensten, de menselijke gezondheid of de economie. Daarnaast moet zijn aangetoond dat een gecoördineerd optreden op Unie-niveau nodig is om de introductie, vestiging en verspreiding van de soort te voorkomen.

    Verbod te laat voor Japanse duizendknoop

    Dumortier: „Op basis van de beschikbare informatie – onder meer een Britse risicobeoordeling – oordeelde de IAS-commissie dat Fallopia japonica niet aan het vijfde criterium voldoet.’’  Dit vijfde criterium houdt in: (e) het is waarschijnlijk dat het opnemen van de soort in de Unielijst de nadelige gevolgen ervan daadwerkelijk zal voorkomen, tot een minimum beperken of matigen. Het opnemen van Japanse duizendknoop heeft volgens de IAS-commissie dus geen zin: de plant is al in héél Europa aanwezig en een bestrijdingsmethode om hem definitief te verwijderen is er niet.

    De Unielijst is echter een dynamische lijst, benadrukt Dumortier. Mocht er een methode komen die de nadelige gevolgen van Japanse duizendknoop wel voorkomt of tot een minimum beperkt, dan kan plaatsing op de Unielijst opnieuw in overweging worden genomen door de IAS-commissie.

    Nationaal onderzoek door Probos

    Op nationaal niveau voert Probos sinds 2013 in opdracht van de NVWA een praktijkproef uit om de beste bestrijdingsmethode tegen de Japanse duizendknoop te vinden. Op meer dan honderd groeilocaties zijn vier jaar lang vijf bestrijdingsmethoden in verschillende varianten toegepast; intensief maaien, begrazing, afdekken, afgraven en behandeling met bestrijdingsmiddelen.
    Dit groeiseizoen doen de terreinbeheerders van de honderd locaties niets, Probos gaat ze dan allemaal langs om in kaart te brengen wat er van de Japanse duizendknoop over is. In het najaar komt Probos met de definitieve resultaten.

     

     

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties