In Amsterdam wordt onderzocht of de Japanse duizendknoop het loodje legt door de bodem dagenlang te verwarmen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door HMTV, Wageningen Universiteit en de gemeente Amsterdam. Over drie maanden weten we meer.
„De techniek is niet nieuw’’, zegt Wouter Neutel van HMVT uit Ede die de pilot begeleidt, „bij een bodemsanering wordt vaker de grond verwarmd.’’ De installatie om daarmee de Japanse duizendknoop te bestrijden, is wel nieuw en door HMVT gebouwd. Die bestaat uit tien stalen filters die op 25m2 in de grond zijn geboord. Bovenop zijn ‘föhns’ geplaatst die met luchtslangen en elektriciteitskabels zijn verbonden met een besturingscontainer, van daaruit wordt lucht van zo’n 200°C door de slangen geblazen, de grond in.
Drie dagen 55°C
Tezamen moeten zij ervoor zorgen dat de bodem van de gehele 25m2 verwarmd wordt op 55°C. „De temperatuur in de bodem neemt af naarmate je verder van het filter zit, vandaar dat de temperatuur die door de slangen wordt geblazen 200°C is.’’ Om de wortels van de Japanse duizendknoop uit te schakelen is het nodig dat de bodem drie dagen achtereen minimaal 55°C warm is. Dit blijkt uit composteringsonderzoek en wordt ook door de BVOR als richtlijn voor een goede compostering van Japanse duizendknoop voorgeschreven.
Verdampen vocht
Om de temperatuur te meten zitten er overal warmtesensoren in de grond. Twee à drie weken heeft HMVT nodig om drie dagen achtereen een temperatuur van 55°C te realiseren. „De temperatuur verspreidt zich langzaam, bovendien moet ook het vocht uit de bodem eerst verdampen. Daarom zie je nu af en toe wat stoom uit de bodem ontsnappen.’’
De locatie in Amsterdam meet in totaal 100m2, voor elke 25m2 neemt HMVT drie weken om de duizendknoop te bestrijden. „Zo rond eind maart zullen we klaar zijn, een behoorlijk intensieve methode’’, beaamt Neutel. Wageningen Universiteit zal na elke drie weken wortelresten uit de behandelde grond nemen en onderzoeken in hoeverre die nog kiemkrachtig zijn.
Grond niet afgraven
Dit is voor HMVT de eerste test op locatie met de verwarmingsinstallatie. Deze zomer boekte het bedrijf met de techniek goede resultaten in Rotterdam, maar daar ging het om afgegraven grond in een depot. „We willen nu onderzoeken of we dezelfde techniek ook kunnen toepassen wanneer we een locatie níet ontgraven’’, zegt Neutel. Overigens is deze methode lang niet voor elke locatie geschikt. „Wanneer er kabels en leidingen doorheen lopen, kun je er natuurlijk geen lucht van 200°C doorheen blazen.’’