Het was tomatenteler Rick van den Bosch uit Bleiswijk die in 2007 als eerste in Nederland een aardwarmtebron ging exploiteren. In zijn kielzog volgden al snel andere glastuinders. Elf jaar na dato kondigt de eerste grote energieproducent in Nederland vandaag aan zich op aardwarmte te gaan storten. Shell wil in de regio Rotterdam onderzoek gaan doen naar aardwarmtewinning op 2 tot 3 km diepte. Dat kan eind 2020 leiden tot een eerste proefboring en mogelijk meerdere boringen in de jaren daarna.
Het olie- en gasconcern heeft onlangs een vergunningaanvraag ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor het ontwikkelen van geothermie in de regio Rotterdam. De van oudsher in fossiele brandstoffen gespecialiseerde multinational was al actief geworden in onder andere duurzame mobiliteit, wind-op-zee en zonne-energie. Met de ontwikkeling van aardwarmte op lokaal niveau wil Shell een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de warmtevoorziening in de regio.
In en rondom Rotterdam lopen volgens het bedrijf meerdere vergunningaanvragen voor aardwarmte vanuit diverse partijen. De komende maanden zal duidelijk worden hoe EZK daarmee omgaat. Als Shell de aangevraagde vergunning krijgt, zal het concern eerst het Rotterdamse aardwarmtepotentieel in kaart gaan brengen. Shell wil bij haar activiteiten in aardwarmte zoveel mogelijk gebruikmaken van bestaande industriële locaties en aansluiten bij bestaande warmte-infrastructuur. Op deze manier kunnen we onze klanten van meer en schonere energie voorzien.
Opmerkelijke stap
De stap van Shell is opmerkelijk omdat Maarten Wetselaar, lid van de Raad van Bestuur van Shell, nog geen maand geleden in het Financieele Dagblad zei dat Shell voorlopig niet in geothermie zou stappen. „Er zijn wat logische aanrakingspunten met waar wij goed in zijn. We denken niet dat het groot genoeg is voor ons. Als wij dingen doen, doen we ze of op schaal of niet”, aldus Wetselaar in het FD. „Geothermie is een hele lokale en relatief kleinschalige oplossing. We hebben bewust gekozen daar niet op in te zetten.”
