De Tweede Kamer vindt het belangrijk dat er ook in de toekomst sprake blijft van goede regionale spreiding van groene opleidingen. Dat bleek tijdens overleg met de onderwijsministers Van Engelshoven en Slob.
Het groene onderwijs staat voor diverse uitdagingen, onder meer als gevolg van de daling van het aantal leerlingen en studenten, met name in krimpregio’s. Ook is er sprake van een nieuwe bekostigingssystematiek en een veranderende vraag vanuit het bedrijfsleven.
Toekomstbestendig
De partijen in de Tweede Kamer onderschrijven het belang van groen onderwijs voor de Nederlandse economie en voor thema’s als klimaat, water, verduurzaming en stedelijke ontwikkeling. Eind oktober presenteren de aoc’s hun plannen voor toekomstbestendig groen onderwijs in de kwaiteitsagenda.
Om het hoofd te bieden aan krimp, zetten veel aoc’s in op samenwerking met andere scholen en onderwijsinstellingen, zowel binnen als buiten de sector. Horti Campus werd als mooi voorbeeld genoemd.
Cross-overs
Minister Van Engelshoven ziet vooral kansen voor nieuwe groene mbo-opleidingen. Er zijn geen wettelijke belemmeringen voor de aoc’s om cross-overs te maken naar andere domeinen.
Minister Slob benadrukte vooral het belang van meer doorstroom binnen de groene kolom, van het vmbo naar het mbo. Momenteel kiest slechts 30% van de groene vmbo-leerlingen voor een groene beroepsopleiding. Dit hangt vooral samen met onbekendheid van de mogelijkheden binnen de groensector. Volgens de minister is het Groene Lyceum een goed voorbeeld van doorstroom binnen de kolom. Slob riep de scholen op om ambitie te tonen in het vergroten van de doorstroom binnen het groene vmbo-mbo.
Bron: AOC Raad