Geen enkele plantensoort in Nederland mag nog verloren gaan. Dat is de gedachte achter het deze maand opgerichte Levend Archief dat een hoofdkantoor krijgt in het kassencomplex van de Radboud Universiteit.
„Elke dag weer sterven in de wereld planten uit, in Nederland worden er soorten bedreigd,” zegt Nils van Rooijen, secretaris van de Stichting Levend Archief, die zich ten doel stelt zaden van alle soorten in Nederland te bewaren, in totaal zo’n 1.500 tot 2.000 soorten, en binnen die soorten weer tal van variëteiten. Het is voor het eerst dat zo’n ‘Ark van Noach’ wordt ingericht voor planten. „We hebben eigenlijk geen idee hoe de Nederlandse flora er precies voorstaat”, aldus Van Rooijen.
Distel
Een voorbeeld: op een dijk langs het IJsselmeer in Noord-Holland ploegt een boer het grasland op, waarbij ook de distels voor de bijl gaan, niet wetende dat juist déze distelsoort uiterst zeldzaam is in Nederland: alleen langs de IJssel is er nog een veldje. Inmiddels liggen de zaden van deze distel opgeslagen in de koelcellen van het kassencomplex, en kunnen er op elk gewenst moment nieuwe distels worden opgekweekt en uitgezet in het land.
Inteelt
Waarom is zo’n zadenbank van belang? Van Rooijen noemt tal van redenen, onder meer het gevaar van ‘inteelt’ als planten alleen nog kunnen kruisen in een beperkte omgeving. „Door zo’n distel uit te zetten op meer plaatsen in het land, voorkom je dat deze soort uitsterft.” Ook verandert de leefomgeving door bijvoorbeeld de temperatuurstijging, wat de kans verhoogt dat bestaande soorten op termijn het loodje leggen. „Zeker als het dan gaat om veelgebruikte voedselgewassen, is het hard nodig dat je een alternatief beschikbaar hebt.”
Een ander argument is de ‘genetische vervuiling’ waaronder veel soorten gebukt gaan, ook een veelvoorkomende soort als de margriet. Als je de zaak op z’n beloop laat, kan zo’n bloem stoppen met de productie van nectar en op nog langere termijn zelfs uitsterven.
Moestuintjes
De genetische vervuiling gebeurt zonder dat we het weten: omdat planten overwaaien uit het buitenland, of omdat bedrijven met publieksacties ‘moestuintjes’ of planten van elders uitdelen onder het publiek. „Die gaan zich mengen met de bestaande soorten, zonder dat je precies weet wat er dan gebeurt.” Als je in een zadenbank in elk geval de oorspronkelijke soort beschikbaar hebt, kun je de soort levensvatbaar houden.”
Het zadenarchief in Nijmegen doet denken aan de zadenbank in Spitsbergen: die is weliswaar wereldwijd, maar beperkt zich vooral tot landbouwgewassen.
Foto: Radboud Universiteit
Prima initiatief, maar geef wel toe dat onze “natuur” gewoon aangelegd is als een park. Een mooi park weliswaar, maar al die duizenden boswachters interveniëren mij veel teveel in al onze “parkjes”, laat eea eens wat meer op z’n beloop, zo gezegd zijn natuurlijke eigen gang gaan. Misschien kun je dan over honderd jaar weer een beetje “natuur” bekijken i.p.v. boswachters handwerk.