Bijna de helft van de Nederlanders maakt zich zorgen over problemen door watertekort, concludeert de Unie van Waterschappen na onderzoek. Van de ruim 2.000 ondervraagden gaf 68% tevens aan weleens last te hebben gehad van problemen door de droogte.
De ondervraagden die zich zorgen maken over de droogte denken daarbij vooral aan de gevolgen voor de natuur, mislukte oogsten en uitdroging van dijken.
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: „De zorgen die Nederlanders hebben over de droogte zijn terecht. De droge zomers van 2018 en 2019 hebben zichtbaar gemaakt dat klimaatverandering bittere realiteit is in Nederland. Ook deze zomer maken veel waterschapsmedewerkers weer overuren om de problemen door de droogte zo beperkt mogelijk te houden.”
Regenton is populair
Bijna de helft van de ondervraagden verwacht vaker overlast te gaan ervaren door watertekort en 44% is bereid zelf maatregelen te treffen om schade te voorkomen. Hierbij geeft driekwart de voorkeur voor het installeren van een regenton. De aanleg van meer groen wordt genoemd door ruim 60%.
Gemeenten en waterschappen willen de verstening van stedelijk gebied tegengaan door vergroening van straten en tuinen te stimuleren. De waterschappen juichen het gebruik van regentonnen toe en zien het vervangen van tegels in de tuin voor planten als een goede maatregel om droogteproblemen te voorkomen.
Nog altijd droogte in delen van Nederland
Het oosten en zuiden van Nederland kampen, zelfs na recente regenperiodes, volgens de Unie van Waterschappen nog altijd met de droogte. De afgelopen jaren waren extreem droog. Schoonman: „Het weer in Nederland is steeds extremer geworden. We zien hevigere hoosbuien, maar ook steeds langere perioden van droogte. Om de gevolgen hiervan te beperken, moet Nederland klimaatbestendiger worden. Dat moet op landelijk niveau gebeuren. Er zijn grote investeringen nodig om het land anders in te richten, maar ook op kleine schaal kunnen kleine ingrepen helpen. Tegel eruit, groen erin bijvoorbeeld.”
De publiekspeiling is uitgevoerd door onderzoeksbureau Citisens onder 2.268 Nederlanders.