Meer status voor ‘buitenwettelijke’ rassenregisters

    De kans is groot dat registraties in zogenoemde ‘buitenwettelijke’ registers zoals van Floricode, Naktuinbouw en de KAVB een belangrijkere rol krijgen in merkenrecht en kwekersrecht. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde namelijk dat aan opname van een plantenras in het private (commerciële) register van de KAVB, vergaande rechten kunnen worden ontleend.

    Het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de rechter, deed op 23 oktober 2018 de uitspraak dat de opname van een plantenras in het private (commerciële) register van de KAVB een juridische norm stelt waaraan rechten kunnen worden ontleend. Het is de eerste keer dat de rechter zich zo duidelijk uitspreekt over de juridische status van plantenrassen die zijn opgenomen in de zogenaamde ‘buitenwettelijke’ rassenregisters in de sierteeltsector. Na deze uitspraak is volgens de Raad voor plantenrassen de kans groot dat ook de registraties in andere registers zoals die van bijvoorbeeld Floricode (Plantscope voor siergewassen) of Naktuinbouw (Naamlijsten houtige gewassen en Naamlijst vaste planten) een maatgevend karakter krijgen.

    Spryng Break

    De rechter deed de uitspraak in een procedure tussen de Raad voor plantenrassen en Florali Licensing. Deze laatste partij wilde zijn merkenrecht claimen op een naam die al eerder als rasnaam geregistreerd was. Het gaat om gemeenschapsmerk SPRINGBREAK en de rasnaam Spryng Break voor een tulp. De vraag was of de houder van een registratie van een tulpenras in het KAVB-register hieraan rechten kan ontlenen ten opzichte van andere kwekers. Naar het oordeel van de rechter wel. De opname van een rasbenaming inclusief rasbeschrijving in het register van de KAVB leidt er gewoonlijk toe dat die naam vanaf dat moment gebruikelijk is voor dat ras. Behalve andere kwekers moeten nu ook merkenrechthouders de naam respecteren als de registratie pas op een later tijdstip plaatsvindt.

    Overwegingen van het College bij deze uitspraak waren:

    • De houders van de wettelijke registers (zoals die van de Raad voor plantenrassen en het CPVO) werken samen met de KAVB in het rassenonderzoek en naamtoetsing
    • Expliciet blijkt uit de CPVO richtsnoeren dat het CPVO de rasbenamingen toetst aan onder meer de KAVB registers
    • Ook andere wettelijke autoriteiten in Nederland (bijvoorbeeld de keuringsdiensten) gebruiken deze commerciële registers
    • De KAVB fungeert als een International Cultivar Registration Authority (ICRA)

    Deze overwegingen maken volgens de Raad voor plantenrassen dat de registers van de KAVB en vergelijkbare private sierteeltregisters leidend zijn in de sector. Ook kan dus een gekozen rasnaam zonder kwekersrecht worden gezien als een generieke naam waarop geen merkenrecht valt te claimen. De volledige uitspraak is hier te lezen.

     

     

     

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties