De Buxusmot, watersla en karmozijnbes staan op de lijst van 34 invasieve uitheemse soorten die 19 januari door de Europese Commissie wordt voorgelegd aan de lidstaten ter bespreking. Komende zomer wordt de Unielijst voor de derde keer uitgebreid.
De planten en dieren op de Unielijst mogen niet meer verhandeld en toegepast worden én ze moeten actief worden bestreden. Van de 34 voorgestelde soorten zijn de risicobeoordelingen door het wetenschappelijk forum (IAS) goedgekeurd. Op 19 januari vindt de eerste bespreking plaats tussen de Europese Commissie en de lidstaten over deze soorten. Dit is ter voorbereiding van de definitieve stemming die deze zomer plaatsvindt.
Op de lijst staan vijf landplanten, te weten: Ambrosia confertiflora (fijne ambrosia), Celastrus orbiculatus (boomwurger), Hakea sericea (bossig naaldhout), Koeniga polystachya (Afghaanse duizendknoop) en Phytolacca americana (Westerse karmozijnbes). Daarvan wordt de karmozijnbes het vaakst in de Nederlandse natuur waargenomen. Al werd er in de zomer van 2019 ook een tien jaar oude boomwurger in een Natura 2000-gebied gevonden.
Pistia toch weer voorgedragen
Onder de exotische insecten valt uiteraard de Buxusmot op. Inmiddels een algemeen waargenomen soort in Nederland. Opvallend is verder dat Pistia stratiotes wederom op de lijst staat. Bij de laatste uitbreiding wilden de lidstaten dat deze waterplant van de lijst werd geschrapt. Op voorstel van het wetenschappelijk forum wordt hij nu toch weer voorgedragen voor een verbod.
Het Nederlandse standpunt wordt bepaald door het ministerie van LNV. Tot uiterlijk 14 januari kan informatie over de 34 soorten die belangrijk is voor het keuzeproces – bijvoorbeeld over het economisch belang – bij het ministerie worden bekendgemaakt.
Lirigzon Gashi