Zoveel beurzen! Je zou er beursmoe van kunnen worden. Er is nog iets waar je moe van kunt worden. Of gefrustreerd, want wie ik nu toch aan de lijn heb, over telefoons…
’Ik liep in Gorinchem rond, je moest eens zien hoeveel standhouders op hun telefoon zitten te kijken. Constant, gewoon onbeschoft! Op de trade fair in Aalsmeer was het net zo erg. Nee, nog veel erger. Er waren er die hun telefoons thuislieten, maar ze namen een tablet mee. Gingen ze achter dat scherm zitten. Op een beurs!’
Hij gaat helemaal los aan de andere kant van de lijn. Ik begrijp hem wel. Ja, herkenbaar, men zit overal en altijd op die smartphone. ’Ja, maar op een beurs, dat doe je toch niet de hele tijd, waarvoor sta je op een beurs?’, zegt hij verontwaardigd.
Even terugdenken aan de tijd van de fax, toen je het aantal beurzen nog op de vingers van een hand kon tellen. De sector was vooral productiegericht bezig, je hoefde je klant niet op te zoeken want die kwam vanzelf wel naar de kwekerij. Vervolgens kwam de verandering naar marktgericht. ’Zoek je klant op, ga op een beurs staan!’, adviseerden adviseurs. Dat waren velen niet gewend. Ze verscholen zich achter een berg kisten en karren, zittend aan een tuinsetje. Hopen of wachten op die bezoeker die misschien wel een klant kon worden. En als je weer thuiskwam, gauw kijken of de fax ratelde met bestellingen.
’Nou, vroeger zat ik ook al ongemakkelijk op een beurs, vanwege die fax’, zegt de beller. Hij snapt ook wel dat dit de tijd van de snelle daghandel is, van de tijd van superhandige devices in je hand, overal en altijd. ’Prima als je op de tuin bent of op pad, maar niet op een beurs!’, stelt hij, hij die trouwens anoniem wil blijven. ’Nee, zeg mijn naam maar niet, dat vindt m’n baas vast niet leuk.’
Oké, wat is je boodschap aan iedereen die op een beurs is, vraag ik hem. Hij zou het fijn vinden als mensen elkaar gewoon aankijken op een beurs, uitnodigend zijn voor een gesprek. Niet constant op die telefoon kijken, niet op elk appje en scheetje reageren.
Maar wat als de telefoon roodgloeiend staat met orders? ’Dan schakel je ’m door naar een collega. En als je zelf de baas bent, geef je ’m door aan een medewerker in je stand. Dat werkt motiverend, want je geeft die medewerker een stukje verantwoordelijkheid.’
Oké, op welke beurs is hij wel graag, waar turen ze niet op telefoons? ’Ik was deze week in Hardenberg.’ Uh, hebben we een beurs gemist? Nee, toch niet. Het was een beurs voor de kippensector. ’Daar keken ze elkaar allemaal netjes aan.’ En kakelen, zeker.
Foto: Shutterstock