Een Wageningse landbouwexpert ziet toekomst voor zowel chemische als biologische grondontsmetting. Maar niet voor biofumigatie en stomen.
„Biofumigatie is linke soep”, stelt Leendert Molendijk onomwonden, onderzoeker grondontsmetting en aaltjes aan Wageningen University & Research in Lelystad. Biofumigatie gebeurt met een kruisbloemige groenbemester. „Maar veel cruciferen vermeerderen aaltjes. Dat is het paard achter de wagen spannen.”
Molendijk baseert zijn stelling op jarenlang wetenschappelijk onderzoek. Vorig jaar had Cultus Agro Advies op een rozenperceel een proef uitgevoerd met biofumigatie, binnen het Koepelproject Plantgezondheid. Volgens Cultus werd een goede reductie behaald van Pratylenchus penetrans. Molendijk: „Ik zou het nooit toepassen.”
Stomen is een trend bij kwekers, vooral in de Noord-Duitse teeltregio Pinneberg. „Maar stomen wordt het niet”, aldus Molendijk. Vanwege diverse redenen. „Stoom wil omhoog, dus je krijgt het niet voor elkaar om diep te gaan.”
Integrale aanpak bodemkwaliteit
Andere biologische methoden bieden volgens de Wageningse expert wel perspectief. Hij denkt ook dat chemische ontsmetting helemaal niet over en uit is. „Integrale aanpak van bodemkwaliteit, waar bodemgezondheid een onderdeel van is, heeft de toekomst”, zegt Molendijk. „Chemische en niet-chemische technieken zijn daarin noodzakelijke elementen.”
In het nieuwste vakblad (24) staat een uitgebreide special over grondontsmetting. Molendijk legt hierin onder andere uit welke bio-methoden perspectief bieden, en welke chemische middelen in de pijplijn zitten.
Foto: Arno Engels