De milieubelasting van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw op het waterleven is van 2004 tot 2016 met 90-95% is verminderd.Dit blijkt uit een studie van Wageningen Economic Research (WUR) en CLM Onderzoek en Advies
„De vele inspanningen van de sector op het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de toepassing van biologische maatregelen komen nu ook in cijfers naar voren,” aldus Sjaak van der Tak, voorzitter Glastuinbouw Nederland.
Hoeveelheid werkzame stof
Dat de hoeveelheid werkzame stof van gewasbeschermingsmiddelen in kg per ha weinig zegt over de milieubelasting blijkt ook uit dit onderzoek. In de glasgroenteteelt nam het gebruik van de werkzame stof (kg/ha) in 2004-2016 met 40% af. In de snijbloementeelt is dit met 60% toegenomen. Die toename werd gedeeltelijk veroorzaakt door de vervanging van stoffen met een hoger kg-verbruik, maar met een veel lagere milieubelasting. Voor het berekenen van de milieubelasting is het middelengebruik in kg gecombineerd met milieubelastingpunten. Daarbij is ook rekening gehouden met de hoeveelheid spui.
Afname emissie
In 2004-2016 is de milieubelasting op waterleven met 90-95% gereduceerd. Dit betreft met name insecticiden. Door de verplichte zuivering van lozingswater per 1 januari 2018 neemt naar verwachting de emissie naar het oppervlaktewater de komende jaren verder af. De milieubelasting door emissie via luchtramen is moeilijk te kwantificeren omdat deze emissie over onbekende afstanden en gebieden wordt verspreid.
Milieubelasting per eenheid product
De milieubelasting is tevens berekend per eenheid product. In 2004–2012 nam de productie per ha redelijk snel toe (ca 10%). Echter in 2012-2016 nam de productie voor de hoofdproducten af. Dit heeft naar verwachting te maken met de overgang naar nieuwe, duurzame producttypen. De bijdrage van de productieverhoging aan de milieubelasting per eenheid product is naar verhouding klein. Overstappen naar middelen met een lage milieubelasting draagt meer bij aan de verlaging van de milieubelasting per eenheid product. Van der Tak: „De sector wil graag de overstap maken naar meer laag risico middelen. De hoge kosten en het lange toelatingstraject belemmeren dit helaas. Een transitietraject is noodzakelijk voor verdere verduurzaming.”